Maassluis | Geplaatst op 20 september 2019
Een goed gevulde zaal de Lepelaar in Koningshof was het decor voor deze Historische Avond. Edwin Broekhart, secretaris, opende de avond met een anekdote over goede gezondheid. Dit werd lachend ontvangen. Hierna werden de sprekers geïntroduceerd. Arno de Winter, geboren en getogen in Maassluis. In 2012 heeft hij de onderneming van mevrouw Rijkeboer gekocht. Na de pauze zal de Cock Paalvast spreken over de katholieke begraafplaats Sint Barbara. Ook Paalvast is een bekende Maassluizer.
Arno de Winter woont boven het rouwcentrum, het is er heerlijk rustig. De tuin kijkt op de begraafplaats. Zelf zegt hij: ‘ik woon nu tussen mijn geboortehuis en de rustplaats van mijn ouders en broer Arend’. Begraven was lange tijd de enige vorm van lijkbezorging. De laatste cijfers van 2018 laten zien dat thans gekozen wordt voor cremeren 65% en 35% begraven. Voor Maassluis ligt dit cijfer iets lager.
De eerste dode, in de zelfstandige gemeente Maassluis, werd in 1624 begraven op het kerkhof op de Schans. De bouw van de Groote Kerk moest toen nog beginnen. Vroeger werd er in en rondom de kerk begraven. Liefst zo dicht mogelijk bij het altaar. In 1640 werd er ook in de Groote Kerk begraven. Grafnummer 264, het eerste in de kerk, kocht de vader van Govert van Wijn. In 1829 vaardigde koning Willem I een decreet uit waarin stond dat het begraven van lijken in kerken, kapellen of bedeplaatsen was verboden.
De Joodse begraafplaats was al voor 1829 gevestigd aan de Roggekade in de Kapelpolder, nu Heldringstraat, toen buiten de stad. De laatste begrafenis vond er in 1937 plaats. Maassluis was een van de weinige plaatsen in Zuid-Holland waar Joden welkom waren. De Joodse begraafplaats is in 1950 geruimd. De stoffelijke resten zijn toen herbegraven op een Joods gedeelte van de Algemene Begraafplaats Maassluis aan de Willem de Zwijgerstraat.
Onze oude begraafplaats is een prachtige plek, mooie natuur met veel vogels, bloemen en insecten en ik geloof sinds kort ook vleermuizen? Mijn neef Maarten ’t Hart schreef al over de natuur in het speciale schetsje van de HVM uit 1988. Al wandelend over de begraafplaats wil ik u nog op enkele details attenderen. Rechts van de ingang ziet u het bordje Nederlandse Oorlogsgraven. Hier liggen oorlogsslachtoffers. Gebroken zuilen staan voor een plotseling en te vroeg of jong afgebroken leven. Bijvoorbeeld door een ongeluk of ziekte. Verder zijn er de graven van de familie Dirkzwager, diverse dominees en kapitein B.C. Weltevreden.
Na de pauze was het woord aan Cock Paalvast. Hij begon zijn presentatie over een kist. Wel een beetje klein, maar geen doodskist. Het is zijn archiefkist. Het belang hiervan werd later in het verhaal duidelijk.
Voor 1822 was er nog geen katholieke begraafplaats, zij werden begraven in Maasland. Wel waren er kerkdiensten voor 1788, deze werden gehouden op een graanzolder bij de familie de Jong in het schoolslop bij de Monstersche Sluis. In 1788 werd de Schuil- of Schuurkerk gebouwd op de Zuidvliet. Deze kerk heeft nu een andere functie. In 1821 werden sommige katholieken begraven op de algemene begraafplaats. De overleden pastoor Sanders van Well is voor 1822 nog begraven in het koor van de Groote Kerk. In hetzelfde jaar ruilden of gaven de familie Smeele een stuk grond achter de wasserij. Daar is toen een begraafplaats aangelegd. Een bekende uitspraak in Maassluis was dan ook: ‘als je als katholiek achter Smeele langs was gedragen, dan was je dus dood.’
In de archiefkist zaten ook de zangboeken voor de kerkdienst. Vroeger gingen die ook mee naar de begraafplaats. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. Het was een eer om een priester in de familie te hebben. Deze noemde je dan een Heeroom. Een foto met Heeroom Huub Paalvast is dan ook bijzonder. Wat waren de kosten voor een begrafenis. De vergoedingen voor dragers, ontvangsten voor eerste of tweede klas graven. Het werd allemaal vastgelegd. De oude kasboeken vertellen de historie van de katholieke begraafplaats.
Edwin Broekhart bedankte de sprekers en bood een attentie aan namens de Historische Vereniging Maassluis.
Geplaatst op 2 juni 2023
Geplaatst op 26 april 2023
Geplaatst op 26 april 2023
Nieuwsarchief...
Maassluis | Geplaatst op 20 september 2019
Een goed gevulde zaal de Lepelaar in Koningshof was het decor voor deze Historische Avond. Edwin Broekhart, secretaris, opende de avond met een anekdote over goede gezondheid. Dit werd lachend ontvangen. Hierna werden de sprekers geïntroduceerd. Arno de Winter, geboren en getogen in Maassluis. In 2012 heeft hij de onderneming van mevrouw Rijkeboer gekocht. Na de pauze zal de Cock Paalvast spreken over de katholieke begraafplaats Sint Barbara. Ook Paalvast is een bekende Maassluizer.
Arno de Winter woont boven het rouwcentrum, het is er heerlijk rustig. De tuin kijkt op de begraafplaats. Zelf zegt hij: ‘ik woon nu tussen mijn geboortehuis en de rustplaats van mijn ouders en broer Arend’. Begraven was lange tijd de enige vorm van lijkbezorging. De laatste cijfers van 2018 laten zien dat thans gekozen wordt voor cremeren 65% en 35% begraven. Voor Maassluis ligt dit cijfer iets lager.
De eerste dode, in de zelfstandige gemeente Maassluis, werd in 1624 begraven op het kerkhof op de Schans. De bouw van de Groote Kerk moest toen nog beginnen. Vroeger werd er in en rondom de kerk begraven. Liefst zo dicht mogelijk bij het altaar. In 1640 werd er ook in de Groote Kerk begraven. Grafnummer 264, het eerste in de kerk, kocht de vader van Govert van Wijn. In 1829 vaardigde koning Willem I een decreet uit waarin stond dat het begraven van lijken in kerken, kapellen of bedeplaatsen was verboden.
De Joodse begraafplaats was al voor 1829 gevestigd aan de Roggekade in de Kapelpolder, nu Heldringstraat, toen buiten de stad. De laatste begrafenis vond er in 1937 plaats. Maassluis was een van de weinige plaatsen in Zuid-Holland waar Joden welkom waren. De Joodse begraafplaats is in 1950 geruimd. De stoffelijke resten zijn toen herbegraven op een Joods gedeelte van de Algemene Begraafplaats Maassluis aan de Willem de Zwijgerstraat.
Onze oude begraafplaats is een prachtige plek, mooie natuur met veel vogels, bloemen en insecten en ik geloof sinds kort ook vleermuizen? Mijn neef Maarten ’t Hart schreef al over de natuur in het speciale schetsje van de HVM uit 1988. Al wandelend over de begraafplaats wil ik u nog op enkele details attenderen. Rechts van de ingang ziet u het bordje Nederlandse Oorlogsgraven. Hier liggen oorlogsslachtoffers. Gebroken zuilen staan voor een plotseling en te vroeg of jong afgebroken leven. Bijvoorbeeld door een ongeluk of ziekte. Verder zijn er de graven van de familie Dirkzwager, diverse dominees en kapitein B.C. Weltevreden.
Na de pauze was het woord aan Cock Paalvast. Hij begon zijn presentatie over een kist. Wel een beetje klein, maar geen doodskist. Het is zijn archiefkist. Het belang hiervan werd later in het verhaal duidelijk.
Voor 1822 was er nog geen katholieke begraafplaats, zij werden begraven in Maasland. Wel waren er kerkdiensten voor 1788, deze werden gehouden op een graanzolder bij de familie de Jong in het schoolslop bij de Monstersche Sluis. In 1788 werd de Schuil- of Schuurkerk gebouwd op de Zuidvliet. Deze kerk heeft nu een andere functie. In 1821 werden sommige katholieken begraven op de algemene begraafplaats. De overleden pastoor Sanders van Well is voor 1822 nog begraven in het koor van de Groote Kerk. In hetzelfde jaar ruilden of gaven de familie Smeele een stuk grond achter de wasserij. Daar is toen een begraafplaats aangelegd. Een bekende uitspraak in Maassluis was dan ook: ‘als je als katholiek achter Smeele langs was gedragen, dan was je dus dood.’
In de archiefkist zaten ook de zangboeken voor de kerkdienst. Vroeger gingen die ook mee naar de begraafplaats. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. Het was een eer om een priester in de familie te hebben. Deze noemde je dan een Heeroom. Een foto met Heeroom Huub Paalvast is dan ook bijzonder. Wat waren de kosten voor een begrafenis. De vergoedingen voor dragers, ontvangsten voor eerste of tweede klas graven. Het werd allemaal vastgelegd. De oude kasboeken vertellen de historie van de katholieke begraafplaats.
Edwin Broekhart bedankte de sprekers en bood een attentie aan namens de Historische Vereniging Maassluis.