Maassluis  |  Geplaatst op 30 juli 2024

Column

Zwemmen in Maassluis

Door: Ineke Vink

In Maassluis nam het oude zwembad een speciale plaats in. Het lag direct naast de waterbassins van de watertoren. Vroeger was daar het Prikkengat waar de prikken, levende aasvisjes voor de zeevisserij, werden bewaard. Toen de visserij vrijwel was verdwenen uit Maassluis werd op de plek van het Prikkengat in 1924 een zwembad gebouwd. Net als voor de prikken werd het zwemwater tweemaal per etmaal ‘ververst’, direct uit het Scheur. In het verleden zijn heel wat herinneringen opgetekend door de Historische Vereniging Maassluis. Daarin wordt nog gesproken van Nieuwe Waterweg in plaats van het Scheur. Op de collectiebank van de website histvermaassluis.nl zijn veel foto’s van het oude zwembad te vinden.

Af en toe ademhalen
N. Valkenburg herinnert zich: ‘Het zwembad was niet bij iedereen populair. Waarschijnlijk had dat te maken met de kosten voor een kaartje. Alleen tijdens het uur gratis zwemmen was de belangstelling groot. In ieder geval was er geen voorkeur voor het zwembad omdat het water er zo zuiver was. Dat water kwam regelrecht uit de Nieuwe Waterweg, samen met krabben en zoutwatervissen.
Zwemles was niet bij iedereen geliefd. De lessen werden gegeven met een lange stok met aan het eind daarvan een haak. Tijdens zo’n les hing je met je kin in die haak. Badmeester Snoek, en later Jacobs, liepen aan de kant mee en zorgden er met die haak voor dat je kin precies hoog genoeg boven het water hing om af en toe te kunnen ademen.
Om te verkleden waren er op dijkhoogte kleedhokjes voor twee en familielokalen voor meer personen. Als alle kleedhokjes bezet waren maakte je met enige gêne gebruik van het grasveld.’

Zwemmen in de Waterweg
‘Zelfs in de Nieuwe Waterweg werd gezwommen. Je kon uitstekend leren duiken bij de steiger van Key & Kramer. Het was een uitdaging om de Waterweg over te zwemmen en met de veerboot terug te varen. Als je bij de steiger van Key in de Waterweg sprong, kwam je met wat geluk en afhankelijk van tij en stroming bij de veersteiger op Rozenburg terecht. Als de zuigkracht van grote schepen in de Waterweg te sterk werd, was het geen uitzondering als je een paar kilometer verderop terecht kwam. Bij terugkomst aan de Maassluise veersteiger moest je opnieuw van de veerboot in het water springen om de agenten te ontlopen die je stonden op te wachten voor een pak rammel.’

Groezelig water
J. Cordia zwom graag in de Boonervliet: ‘Wie liever in brak water zwom kon in de Waterweg terecht, maar het was veiliger in het gemeentelijke zwembad, met daarin overigens hetzelfde groezelige water. Voor hooguit een tientje kon je in de bak van beton en blubber, die moest doorgaan voor een zwembad, als gezin een heel seizoen baden. Je moest er wel na anderhalf uur uit, want gemengd zwemmen was toen nog taboe, behalve tijdens het gezinszwemmen.’

Zwemmen in de Zuidvliet
L. Stigter vertelde: ‘Voor ons jongens van een jaar of tien was zelfs dat zwembad veel te veel luxe, want dat kostte geld, en dat was er niet. Omdat wij met alle geweld wilden leren zwemmen, moest dat gebeuren aan de Wipperskade. Precies waar nu de brug naar het boteneiland ligt was het einde van de tuinderij van Moerman. We kleedden ons daar uit en gingen in de Zuidvliet te water, soms al op een warme dag in maart.
De ka bij de molen moesten we tijdens het zwemmen altijd in de gaten houden, want daar kon de Maaslandse veldwachter Groenendijk vandaan komen. Hadden we dat niet in de gaten, dan pikte hij onze kleren mee en je moest maar zien hoe je thuiskwam. Als je eenmaal goed kon zwemmen ging je met een groep jongens naar de Trekkade en al werd daar steeds veel gezwommen, je zag daar zelden een veldwachter.’

Zwemmen op zondag
‘Voor het zwembad op het Hoofd konden sommige kinderen wel een gratis zwemkaart op het stadhuis gaan halen, maar die kreeg je alleen als het inkomen van het gezin beneden een bepaald bedrag was. Met zo’n gratis kaart mocht je dan maar eenmaal per week zwemmen en alleen ’s avonds na 7 uur. Officieel zwommen we alleen door de week, want ’s zondags stopte moeder de zwembroeken weg. Voor het zwemmen op zondag vonden we ook weer een oplossing. We gingen bij de Boonersluis, want de tuinders waren dan toch niet op de tuin. Geen zwembroek en dus werd er een tomatenmand gepakt, bodem eruit en hengsel eraf en je had iets om naar het water te lopen, want om naakt naar het water te lopen, kwam niet in je op.’

Zwemmen voor een kwartje
E. Boonstra-de Jong: ‘In de jaren zestig ging je naar zwemles omdat je vriendinnetje er ook heen ging. Omdat jongens en meisjes gescheiden zwommen, zwom je om de dag van 6.30 uur tot 8.00 uur. In de vakantieperiode probeerde je iedere dag te zwemmen. Zwemles kreeg je voor een kwartje. Wie gauw binnen was en het snelst het badpak aan had, kon als eerste aan de haak van badmeester Hodes of Jacobs. Bij binnenkomst was je blik altijd gericht naar links, naar de ruimte van de badmeesters. Voor het raam stond de temperatuur van het water aangegeven: 16 tot 18 graden was geen uitzondering. In het zwembad probeerde je een kleedhokje aan de zonzijde te bemachtigen. Het was een genot om je, nat en koud, zittend op het warme beton voor het hokje te warmen.
Op het witte bankje oefende je droog de zwemslag en je liet je daarna zonder tegen te sputteren zakken in het koude water en greep je met je handen de stangen vast die met wier waren begroeid. Een bodem kon je niet zien. Vanaf de kant werden de aanwijzingen toegeschreeuwd. Met je hoofd in de haak was het kinderleed compleet.
Jacobs dook dan wel kaarsrecht het water in, maar ik heb dat nooit gedurfd; vooral omdat er verhalen de ronde deden dat menig Maassluizer een wisse dood vond na een duik, omdat het hoofd in de modder was blijven steken. Of dit echt is gebeurd? Wie zal het zeggen.
Voor mij was het oude zwembad een waar zwemparadijs, daar kan geen subtropisch zwemparadijs tegenop, ook al zat er wel eens een visje in mijn badpak.’

Columns

Geplaatst op 8 november 2024

Café De Brug

Geplaatst op 15 oktober 2024

Het Nieuwe Water

Geplaatst op 13 september 2024

Preuts Maassluis

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 30 juli 2024

Column

Zwemmen in Maassluis

Door: Ineke Vink

In Maassluis nam het oude zwembad een speciale plaats in. Het lag direct naast de waterbassins van de watertoren. Vroeger was daar het Prikkengat waar de prikken, levende aasvisjes voor de zeevisserij, werden bewaard. Toen de visserij vrijwel was verdwenen uit Maassluis werd op de plek van het Prikkengat in 1924 een zwembad gebouwd. Net als voor de prikken werd het zwemwater tweemaal per etmaal ‘ververst’, direct uit het Scheur. In het verleden zijn heel wat herinneringen opgetekend door de Historische Vereniging Maassluis. Daarin wordt nog gesproken van Nieuwe Waterweg in plaats van het Scheur. Op de collectiebank van de website histvermaassluis.nl zijn veel foto’s van het oude zwembad te vinden.

Af en toe ademhalen
N. Valkenburg herinnert zich: ‘Het zwembad was niet bij iedereen populair. Waarschijnlijk had dat te maken met de kosten voor een kaartje. Alleen tijdens het uur gratis zwemmen was de belangstelling groot. In ieder geval was er geen voorkeur voor het zwembad omdat het water er zo zuiver was. Dat water kwam regelrecht uit de Nieuwe Waterweg, samen met krabben en zoutwatervissen.
Zwemles was niet bij iedereen geliefd. De lessen werden gegeven met een lange stok met aan het eind daarvan een haak. Tijdens zo’n les hing je met je kin in die haak. Badmeester Snoek, en later Jacobs, liepen aan de kant mee en zorgden er met die haak voor dat je kin precies hoog genoeg boven het water hing om af en toe te kunnen ademen.
Om te verkleden waren er op dijkhoogte kleedhokjes voor twee en familielokalen voor meer personen. Als alle kleedhokjes bezet waren maakte je met enige gêne gebruik van het grasveld.’

Zwemmen in de Waterweg
‘Zelfs in de Nieuwe Waterweg werd gezwommen. Je kon uitstekend leren duiken bij de steiger van Key & Kramer. Het was een uitdaging om de Waterweg over te zwemmen en met de veerboot terug te varen. Als je bij de steiger van Key in de Waterweg sprong, kwam je met wat geluk en afhankelijk van tij en stroming bij de veersteiger op Rozenburg terecht. Als de zuigkracht van grote schepen in de Waterweg te sterk werd, was het geen uitzondering als je een paar kilometer verderop terecht kwam. Bij terugkomst aan de Maassluise veersteiger moest je opnieuw van de veerboot in het water springen om de agenten te ontlopen die je stonden op te wachten voor een pak rammel.’

Groezelig water
J. Cordia zwom graag in de Boonervliet: ‘Wie liever in brak water zwom kon in de Waterweg terecht, maar het was veiliger in het gemeentelijke zwembad, met daarin overigens hetzelfde groezelige water. Voor hooguit een tientje kon je in de bak van beton en blubber, die moest doorgaan voor een zwembad, als gezin een heel seizoen baden. Je moest er wel na anderhalf uur uit, want gemengd zwemmen was toen nog taboe, behalve tijdens het gezinszwemmen.’

Zwemmen in de Zuidvliet
L. Stigter vertelde: ‘Voor ons jongens van een jaar of tien was zelfs dat zwembad veel te veel luxe, want dat kostte geld, en dat was er niet. Omdat wij met alle geweld wilden leren zwemmen, moest dat gebeuren aan de Wipperskade. Precies waar nu de brug naar het boteneiland ligt was het einde van de tuinderij van Moerman. We kleedden ons daar uit en gingen in de Zuidvliet te water, soms al op een warme dag in maart.
De ka bij de molen moesten we tijdens het zwemmen altijd in de gaten houden, want daar kon de Maaslandse veldwachter Groenendijk vandaan komen. Hadden we dat niet in de gaten, dan pikte hij onze kleren mee en je moest maar zien hoe je thuiskwam. Als je eenmaal goed kon zwemmen ging je met een groep jongens naar de Trekkade en al werd daar steeds veel gezwommen, je zag daar zelden een veldwachter.’

Zwemmen op zondag
‘Voor het zwembad op het Hoofd konden sommige kinderen wel een gratis zwemkaart op het stadhuis gaan halen, maar die kreeg je alleen als het inkomen van het gezin beneden een bepaald bedrag was. Met zo’n gratis kaart mocht je dan maar eenmaal per week zwemmen en alleen ’s avonds na 7 uur. Officieel zwommen we alleen door de week, want ’s zondags stopte moeder de zwembroeken weg. Voor het zwemmen op zondag vonden we ook weer een oplossing. We gingen bij de Boonersluis, want de tuinders waren dan toch niet op de tuin. Geen zwembroek en dus werd er een tomatenmand gepakt, bodem eruit en hengsel eraf en je had iets om naar het water te lopen, want om naakt naar het water te lopen, kwam niet in je op.’

Zwemmen voor een kwartje
E. Boonstra-de Jong: ‘In de jaren zestig ging je naar zwemles omdat je vriendinnetje er ook heen ging. Omdat jongens en meisjes gescheiden zwommen, zwom je om de dag van 6.30 uur tot 8.00 uur. In de vakantieperiode probeerde je iedere dag te zwemmen. Zwemles kreeg je voor een kwartje. Wie gauw binnen was en het snelst het badpak aan had, kon als eerste aan de haak van badmeester Hodes of Jacobs. Bij binnenkomst was je blik altijd gericht naar links, naar de ruimte van de badmeesters. Voor het raam stond de temperatuur van het water aangegeven: 16 tot 18 graden was geen uitzondering. In het zwembad probeerde je een kleedhokje aan de zonzijde te bemachtigen. Het was een genot om je, nat en koud, zittend op het warme beton voor het hokje te warmen.
Op het witte bankje oefende je droog de zwemslag en je liet je daarna zonder tegen te sputteren zakken in het koude water en greep je met je handen de stangen vast die met wier waren begroeid. Een bodem kon je niet zien. Vanaf de kant werden de aanwijzingen toegeschreeuwd. Met je hoofd in de haak was het kinderleed compleet.
Jacobs dook dan wel kaarsrecht het water in, maar ik heb dat nooit gedurfd; vooral omdat er verhalen de ronde deden dat menig Maassluizer een wisse dood vond na een duik, omdat het hoofd in de modder was blijven steken. Of dit echt is gebeurd? Wie zal het zeggen.
Voor mij was het oude zwembad een waar zwemparadijs, daar kan geen subtropisch zwemparadijs tegenop, ook al zat er wel eens een visje in mijn badpak.’