Maassluis  |  Geplaatst op 5 februari 2021

Column

Vuurwerkverbod al in 1685

Door: Ineke Vink

Tijdens de afgelopen jaarwisseling hebben we een unieke situatie meegemaakt: een totaalverbod op consumentenvuurwerk. Men wilde de door corona overbelaste gezondheidszorg niet nog meer belasten met vuurwerkslachtoffers. Waarschuwingen voor letsel en beperkingen om letsel te voorkomen door vuurwerk worden al eeuwenlang elk jaar weer afgegeven. Het lijkt tegen dovemansoren gezegd.

Er was altijd al ‘gedonder’ met vuurwerk en knallen bij ‘feestvreugde’. Al in de 17e eeuw vaardigde het bestuur van Maassluis wetten, keuren, algemene verordeningen en officiële waarschuwingen uit. Luisterde men toen wel naar gezag?

In het Stadsarchief van Maassluis vinden we verschillende ‘Waerschouwingen’ ter leringe (ende vermaeck!) uit het einde van de 17e eeuw. Je zou het een plaatselijke verordening kunnen noemen. In die jaren bestond het bestuur van de gemeente Maassluis uit een schout (Abraham van Lis (1662-1690)), vijf burgemeesters en zeven schepenen.

In 1685 lezen we in zo’n ‘waarschuwing’ dat het College en de inwoners dagelijks hinder ondervinden van het strooien en afsteken van buskruit. Niet alleen jongens, maar ook volwassenen (‘andere personen’) wagen het buskruit te strooien op brugleuningen en op de stoepen van huizen. Ze steken daarna het kruit aan waardoor soms zware brandschade ontstaat. Je zou kunnen zeggen dat er toen al sprake was van illegaal vuurwerk, hoewel het zeer de vraag is of er ‘legaal’ vuurwerk bestond.
‘Schout, burgemeesters en schepenen straffen voortaan iedereen die, waar dan ook, enig buskruit uitstrooit om dat vervolgens aan te steken. De boete bedraagt drie karolusgulden, die de overtreder aan de schout moet betalen. (Een karolusgulden is een munt die ten tijde van keizer Karel V (ca. 1540) werd geslagen en naar hem is genoemd. Je had een gouden en een zilveren uitvoering. Beide vertegenwoordigden dezelfde waarde: 20 stuivers. Drie gulden was algauw een weekloon in die tijd, red.).
Zowel het strooien als het aansteken van buskruit is strafbaar. Ouders zijn aansprakelijk voor hun kinderen. Maar ook werkgevers zijn aansprakelijk voor hun werknemers.’ Denk hierbij vooral aan inwonend huispersoneel.

Of de verordening toen geholpen heeft, weten we niet. Maar we kunnen er wel naar gissen: waarschijnlijk net zo veel (of weinig) als tegenwoordig. Ook wat vuurwerkverboden betreft blijkt de geschiedenis zich te herhalen. Meer weten? De Historische Vereniging Maassluis verzamelt, ontrafelt en deelt kennis van het verleden.

Columns

Geplaatst op 8 april 2024

Monstersleeptocht in 1908

Geplaatst op 1 maart 2024

Bioscoop Luxor

Geplaatst op 30 januari 2024

De Maassluise jaren van Abraham Kuyper

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 5 februari 2021

Column

Vuurwerkverbod al in 1685

Door: Ineke Vink

Tijdens de afgelopen jaarwisseling hebben we een unieke situatie meegemaakt: een totaalverbod op consumentenvuurwerk. Men wilde de door corona overbelaste gezondheidszorg niet nog meer belasten met vuurwerkslachtoffers. Waarschuwingen voor letsel en beperkingen om letsel te voorkomen door vuurwerk worden al eeuwenlang elk jaar weer afgegeven. Het lijkt tegen dovemansoren gezegd.

Er was altijd al ‘gedonder’ met vuurwerk en knallen bij ‘feestvreugde’. Al in de 17e eeuw vaardigde het bestuur van Maassluis wetten, keuren, algemene verordeningen en officiële waarschuwingen uit. Luisterde men toen wel naar gezag?

In het Stadsarchief van Maassluis vinden we verschillende ‘Waerschouwingen’ ter leringe (ende vermaeck!) uit het einde van de 17e eeuw. Je zou het een plaatselijke verordening kunnen noemen. In die jaren bestond het bestuur van de gemeente Maassluis uit een schout (Abraham van Lis (1662-1690)), vijf burgemeesters en zeven schepenen.

In 1685 lezen we in zo’n ‘waarschuwing’ dat het College en de inwoners dagelijks hinder ondervinden van het strooien en afsteken van buskruit. Niet alleen jongens, maar ook volwassenen (‘andere personen’) wagen het buskruit te strooien op brugleuningen en op de stoepen van huizen. Ze steken daarna het kruit aan waardoor soms zware brandschade ontstaat. Je zou kunnen zeggen dat er toen al sprake was van illegaal vuurwerk, hoewel het zeer de vraag is of er ‘legaal’ vuurwerk bestond.
‘Schout, burgemeesters en schepenen straffen voortaan iedereen die, waar dan ook, enig buskruit uitstrooit om dat vervolgens aan te steken. De boete bedraagt drie karolusgulden, die de overtreder aan de schout moet betalen. (Een karolusgulden is een munt die ten tijde van keizer Karel V (ca. 1540) werd geslagen en naar hem is genoemd. Je had een gouden en een zilveren uitvoering. Beide vertegenwoordigden dezelfde waarde: 20 stuivers. Drie gulden was algauw een weekloon in die tijd, red.).
Zowel het strooien als het aansteken van buskruit is strafbaar. Ouders zijn aansprakelijk voor hun kinderen. Maar ook werkgevers zijn aansprakelijk voor hun werknemers.’ Denk hierbij vooral aan inwonend huispersoneel.

Of de verordening toen geholpen heeft, weten we niet. Maar we kunnen er wel naar gissen: waarschijnlijk net zo veel (of weinig) als tegenwoordig. Ook wat vuurwerkverboden betreft blijkt de geschiedenis zich te herhalen. Meer weten? De Historische Vereniging Maassluis verzamelt, ontrafelt en deelt kennis van het verleden.