Maassluis  |  Geplaatst op 2 augustus 2025

Column

Van Oude Mannen- en Vrouwenhuis tot Tweemaster

Door: Tekst: Rien Braber / Redactie: Marga Brijs

Het aantal ouderen in Nederland neemt gestaag toe. Januari 2025 hadden ruim 3,6 miljoen inwoners van Nederland een AOW-uitkering. Het ouderenbeleid van de overheid is er vandaag de dag op gericht ouderen zo lang als het kan zelfstandig te laten wonen. De zorg wordt zoveel mogelijk aan huis georganiseerd. Pas als dat door ziekten of gebreken niet langer kan, kunnen mensen worden opgenomen in een (verpleeg)tehuis. Hoe was dat vroeger?

Diakenen
Tot aan het eind van de 19e eeuw bemoeide de overheid zich nauwelijks met haar (oudere) burgers. De Maassluise overheid greep alleen in wanneer de armen tot bedelarij dreigden te vervallen. Al vanaf 1614 konden deze armen een beroep doen op het burgerlijk armbestuur: de Heilige Geest Armmeesters.
Ook de Nederduitse Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk) in Maassluis hield zich bezig met de armenzorg. Deze taak was toebedeeld aan de diakenen. Omdat in de 17e eeuw de meeste inwoners van Maassluis lid waren van deze kerk en dus door de kerk werden bijgestaan, was de rol van de burgerlijke armenzorg niet groot. Vanaf het begin hadden de diakenen niet alleen oog voor de armen in hun kerk, maar ook voor het welzijn van andere bejaarde plaatsgenoten.

Eerste Oude Mannen- en Vrouwenhuis
De eerste aanzet tot stichting van een huis voor bejaarden zien we in de 18e eeuw. Chirurgijn Hendrik van Egmond en zijn vrouw legateerden op 23 november 1719 een blok huizen en een tuin, gelegen aan de zuidzijde van de Noordvliet, aan de Maassluise diaconie, opdat na hun dood op die plaats een ‘oudmannenhuis’ kon worden gesticht. Maar pas 139 jaar later, op 15 januari 1858, werd de opening van het ‘Diaconie Oude Mannen- en Vrouwenhuis’ werkelijkheid. Dit tehuis was gelegen aan de noordzijde van de Noordvliet.

Uniforme kleding en strenge regels
De bewoners van het tehuis waren duidelijk te herkennen aan hun uniforme kleding. Ook dienden ze bepaalde regels in acht te nemen. Hier volgt (in verkorte vorm) het reglement dat de diakenen opstelden in 1857.

  • Niemand wordt in het gesticht opgenomen, dan wie behoorlijk rein is.
  • Men wordt door het gesticht gekleed; kleding mag niet onderling geruild worden.
  • Men is verplicht om zich aan de regels te houden, zo niet, dan volgt huisarrest, of bij herhaling verwijdering uit het gesticht.
  • Men mag geen sterke drank in of buiten het gesticht gebruiken.
  • Men dient ’s zomers om zes uur en ’s winters om half acht op te staan.
  • Men dient op tijd bij de maaltijd te verschijnen: om half negen, twaalf uur en acht uur.
  • Men is verplicht om ’s zomers om tien uur en ’s winters om negen uur naar bed te gaan.
  • Mannen en vrouwen dienen zich in hun eigen zalen op te houden.
  • Men wordt geacht op zondagmorgen en in de namiddag naar de kerk te gaan.
  • Iedere verpleegde is zowel aan de diakenen als aan de binnenvader en binnenmoeder gehoorzaamheid verschuldigd.

Van gesticht naar rusthuis
Het diaconiegesticht, zoals het pand in de volksmond heette, heeft slechts 40 jaar dienstgedaan. In 1896 werden een aantal percelen aan de Veerstraat aangekocht. Na een ingrijpende verbouwing werd dit nieuwe tehuis op 11 mei 1898 in gebruik genomen. In het bejaardenhuis aan de Veerstraat hadden de ouderen weinig privacy; ze hadden geen eigen kamer. Er werd dan ook met verlangen uitgekeken naar een betere en ruimere huisvesting. De gemeente wees als locatie de toen nog gedeeltelijk bebouwde Sluispolder-West aan. Op 21 mei 1960 vond de opening plaats van het hervormde huis voor bejaarden door koningin Juliana. Het nieuwe gebouw beschikte over 74 kamers. Iedere bewoner had zijn eigen kamer met toilet. Een hele verbetering. Het tehuis kreeg de naam Zonneweelde.

Gereformeerd Rusthuis
Een vergelijkbaar traject heeft zich voorgedaan bij een ander kerkgenootschap in Maassluis, de Gereformeerde Kerk. In 1897 was de opening van het ‘Wees- en Rusthuis der Gereformeerde Kerk’ aan de Prinsekade. Vanaf 1909 waren er geen wezen meer aanwezig, waarna het alleen nog dienst deed als rusthuis. Tussen 1907 en 1912 werd er naast dit rusthuis een verbinding gemaakt met de Zuidvliet. Nog steeds heet deze straat de Rusthuisstraat. In de jaren vijftig en zestig voldeed ook dit tehuis niet meer. Aan de Richard Hollaan verrees een nieuw gebouw, de Schutsluis. Het tehuis aan de Prinsekade werd in 1993 gesloopt.

Renovatie Zonneweelde
In de jaren tachtig waren aanpassingen en verbeteringen van Zonneweelde noodzakelijk. Het paste niet meer in die tijd dat de ouderen slechts de beschikking hadden over één kamer waarin zij zowel moesten wonen als slapen, zonder eigen douche. Ook wilde men uitbreiden. Ondanks bezwaren van omwonenden en de provincie was het in 1987 eindelijk zover: de eerst paal voor het nieuwe bejaardencentrum werd geslagen. In het nieuwe complex was het aantal kamers teruggebracht naar 55. Een afname van 19 kamers. Dit had gevolgen voor de financiering. Om het geheel betaalbaar te kunnen houden, werd besloten 39 aanleunwoningen te bouwen. Deze kregen de naam Zonneburcht. Bejaarden wonen hier zelfstandig, maar kunnen gebruik maken van de voorzieningen van de Tweemaster, zoals de zorginstelling vanaf 1998 heet. In 2018 heeft de Tweemaster een grote verbouwing ondergaan. De Tweemaster en de Zonneburcht zijn nu onderdeel van de Argos Zorggroep.

Bejaardenhuizen verdwijnen
In 2015 voerde het kabinet Rutte 2 een grootschalige hervorming door in de zorg en besloot om de bejaardenhuizen te sluiten. Alleen verpleegtehuizen bleven bestaan. In heel Nederland verdwenen zo’n 800 bejaardenhuizen. Door deze veranderingen moesten de Maassluise bejaardenhuizen – de gereformeerde Schutsluis en het hervormde Zonneweelde – gaan samenwerken. De Schutsluis werd afgebroken. De samenwerking uit de jaren tachtig leidde uiteindelijk tot een fusie. Op en rondom de plek waar De Schutluis stond, is het woonzorgcomplex De Vloot gebouwd.

Meer over de historie van de ouderenzorg in Maassluis en het interview met Mienke François, voormalig directrice van Zonneweelde, leest u in Historische Schetsen nummer 84. Dit is een uitgave van de Historische Vereniging Maassluis (HVM). U kunt voor aanschaf van het boekje contact opnemen met verkoop@histvermaassluis.nl. Meer foto’s kijken kan op de HVM collectiebank (tabblad Archieven)..

Columns

Geplaatst op 20 mei 2025

Bleekneusjes naar Zweden

Geplaatst op 26 februari 2025

Wonen in de oude binnenstad

Geplaatst op 7 februari 2025

Het gat van Maassluis

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 2 augustus 2025

Column

Van Oude Mannen- en Vrouwenhuis tot Tweemaster

Door: Tekst: Rien Braber / Redactie: Marga Brijs

Het aantal ouderen in Nederland neemt gestaag toe. Januari 2025 hadden ruim 3,6 miljoen inwoners van Nederland een AOW-uitkering. Het ouderenbeleid van de overheid is er vandaag de dag op gericht ouderen zo lang als het kan zelfstandig te laten wonen. De zorg wordt zoveel mogelijk aan huis georganiseerd. Pas als dat door ziekten of gebreken niet langer kan, kunnen mensen worden opgenomen in een (verpleeg)tehuis. Hoe was dat vroeger?

Diakenen
Tot aan het eind van de 19e eeuw bemoeide de overheid zich nauwelijks met haar (oudere) burgers. De Maassluise overheid greep alleen in wanneer de armen tot bedelarij dreigden te vervallen. Al vanaf 1614 konden deze armen een beroep doen op het burgerlijk armbestuur: de Heilige Geest Armmeesters.
Ook de Nederduitse Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk) in Maassluis hield zich bezig met de armenzorg. Deze taak was toebedeeld aan de diakenen. Omdat in de 17e eeuw de meeste inwoners van Maassluis lid waren van deze kerk en dus door de kerk werden bijgestaan, was de rol van de burgerlijke armenzorg niet groot. Vanaf het begin hadden de diakenen niet alleen oog voor de armen in hun kerk, maar ook voor het welzijn van andere bejaarde plaatsgenoten.

Eerste Oude Mannen- en Vrouwenhuis
De eerste aanzet tot stichting van een huis voor bejaarden zien we in de 18e eeuw. Chirurgijn Hendrik van Egmond en zijn vrouw legateerden op 23 november 1719 een blok huizen en een tuin, gelegen aan de zuidzijde van de Noordvliet, aan de Maassluise diaconie, opdat na hun dood op die plaats een ‘oudmannenhuis’ kon worden gesticht. Maar pas 139 jaar later, op 15 januari 1858, werd de opening van het ‘Diaconie Oude Mannen- en Vrouwenhuis’ werkelijkheid. Dit tehuis was gelegen aan de noordzijde van de Noordvliet.

Uniforme kleding en strenge regels
De bewoners van het tehuis waren duidelijk te herkennen aan hun uniforme kleding. Ook dienden ze bepaalde regels in acht te nemen. Hier volgt (in verkorte vorm) het reglement dat de diakenen opstelden in 1857.

  • Niemand wordt in het gesticht opgenomen, dan wie behoorlijk rein is.
  • Men wordt door het gesticht gekleed; kleding mag niet onderling geruild worden.
  • Men is verplicht om zich aan de regels te houden, zo niet, dan volgt huisarrest, of bij herhaling verwijdering uit het gesticht.
  • Men mag geen sterke drank in of buiten het gesticht gebruiken.
  • Men dient ’s zomers om zes uur en ’s winters om half acht op te staan.
  • Men dient op tijd bij de maaltijd te verschijnen: om half negen, twaalf uur en acht uur.
  • Men is verplicht om ’s zomers om tien uur en ’s winters om negen uur naar bed te gaan.
  • Mannen en vrouwen dienen zich in hun eigen zalen op te houden.
  • Men wordt geacht op zondagmorgen en in de namiddag naar de kerk te gaan.
  • Iedere verpleegde is zowel aan de diakenen als aan de binnenvader en binnenmoeder gehoorzaamheid verschuldigd.

Van gesticht naar rusthuis
Het diaconiegesticht, zoals het pand in de volksmond heette, heeft slechts 40 jaar dienstgedaan. In 1896 werden een aantal percelen aan de Veerstraat aangekocht. Na een ingrijpende verbouwing werd dit nieuwe tehuis op 11 mei 1898 in gebruik genomen. In het bejaardenhuis aan de Veerstraat hadden de ouderen weinig privacy; ze hadden geen eigen kamer. Er werd dan ook met verlangen uitgekeken naar een betere en ruimere huisvesting. De gemeente wees als locatie de toen nog gedeeltelijk bebouwde Sluispolder-West aan. Op 21 mei 1960 vond de opening plaats van het hervormde huis voor bejaarden door koningin Juliana. Het nieuwe gebouw beschikte over 74 kamers. Iedere bewoner had zijn eigen kamer met toilet. Een hele verbetering. Het tehuis kreeg de naam Zonneweelde.

Gereformeerd Rusthuis
Een vergelijkbaar traject heeft zich voorgedaan bij een ander kerkgenootschap in Maassluis, de Gereformeerde Kerk. In 1897 was de opening van het ‘Wees- en Rusthuis der Gereformeerde Kerk’ aan de Prinsekade. Vanaf 1909 waren er geen wezen meer aanwezig, waarna het alleen nog dienst deed als rusthuis. Tussen 1907 en 1912 werd er naast dit rusthuis een verbinding gemaakt met de Zuidvliet. Nog steeds heet deze straat de Rusthuisstraat. In de jaren vijftig en zestig voldeed ook dit tehuis niet meer. Aan de Richard Hollaan verrees een nieuw gebouw, de Schutsluis. Het tehuis aan de Prinsekade werd in 1993 gesloopt.

Renovatie Zonneweelde
In de jaren tachtig waren aanpassingen en verbeteringen van Zonneweelde noodzakelijk. Het paste niet meer in die tijd dat de ouderen slechts de beschikking hadden over één kamer waarin zij zowel moesten wonen als slapen, zonder eigen douche. Ook wilde men uitbreiden. Ondanks bezwaren van omwonenden en de provincie was het in 1987 eindelijk zover: de eerst paal voor het nieuwe bejaardencentrum werd geslagen. In het nieuwe complex was het aantal kamers teruggebracht naar 55. Een afname van 19 kamers. Dit had gevolgen voor de financiering. Om het geheel betaalbaar te kunnen houden, werd besloten 39 aanleunwoningen te bouwen. Deze kregen de naam Zonneburcht. Bejaarden wonen hier zelfstandig, maar kunnen gebruik maken van de voorzieningen van de Tweemaster, zoals de zorginstelling vanaf 1998 heet. In 2018 heeft de Tweemaster een grote verbouwing ondergaan. De Tweemaster en de Zonneburcht zijn nu onderdeel van de Argos Zorggroep.

Bejaardenhuizen verdwijnen
In 2015 voerde het kabinet Rutte 2 een grootschalige hervorming door in de zorg en besloot om de bejaardenhuizen te sluiten. Alleen verpleegtehuizen bleven bestaan. In heel Nederland verdwenen zo’n 800 bejaardenhuizen. Door deze veranderingen moesten de Maassluise bejaardenhuizen – de gereformeerde Schutsluis en het hervormde Zonneweelde – gaan samenwerken. De Schutsluis werd afgebroken. De samenwerking uit de jaren tachtig leidde uiteindelijk tot een fusie. Op en rondom de plek waar De Schutluis stond, is het woonzorgcomplex De Vloot gebouwd.

Meer over de historie van de ouderenzorg in Maassluis en het interview met Mienke François, voormalig directrice van Zonneweelde, leest u in Historische Schetsen nummer 84. Dit is een uitgave van de Historische Vereniging Maassluis (HVM). U kunt voor aanschaf van het boekje contact opnemen met verkoop@histvermaassluis.nl. Meer foto’s kijken kan op de HVM collectiebank (tabblad Archieven)..