Maassluis  |  Geplaatst op 28 september 2025

Column

Rioolgemaal aan de Jokweg

Door: Tekst: Dick van Wassenaar / redactie: Marga Brijs

Het eerste elektrische rioolgemaal van Nederland staat in Maassluis. Het is een rijksmonument en bestaat nu 110 jaar.

Het is dit jaar 110 jaar geleden dat in het oude centrum van Maassluis het eerste elektrische rioolgemaal van Nederland werd gebouwd. Voor die tijd werden gemalen aangedreven door wind, stoom of diesel. Het gebouwtje met de karakteristieke pilaar aan de Jokweg 4 is een rijksmonument. Maar dat het daarbij ook een bijzonder rioolgemaal is, is wellicht minder bekend.

Sloot langs de Juchweg
Tot omstreeks 1900 liep midden over wat nu de Jokweg heet een gracht. Dit was de voortzetting van de gracht tussen de panden aan de Nieuwstraat en de Zuiddijk. Deze gracht of sloot zorgde aan de andere kant van de Jokweg voor aansluiting op het afwateringssysteem bij de Damwoning en het Groene Veldje. De sloot was aan weerszijden beschoeid, dat wil zeggen voorzien van houten (dam)wanden. Voor het stutten van die damwanden zorgden dwars aangebrachte balken tussen de beschoeiingen. Men noemde deze constructie ‘jucken’ of ‘juchen’ en de dwarsbalken ‘jouckingen’.
Langs de sloot liep de Juchwech. De sloot, die de huizen van de straat scheidde, werd de Scheisloot genoemd. Omdat de sloot diende als open riolering werd de naam vaak verbasterd tot ‘schijtsloot’ of ‘strontsloot’. Naar aanleiding van klachten van buurtbewoners over de onhoudbare toestand van de stinksloot bespreekt de gemeenteraad dit probleem in mei 1904.

Centrifugaalpomp
Er is een plan voor het bouwen van een stoomgemaal aan de Weverskade om de rioolproblematiek aan de Jokweg te bestrijden. De gemeentearchitect (Hendrik Brand) wordt belast met de verdere uitwerking.
In januari 1905 is er een bestek beschikbaar voor het dempen van de sloot en de aanleg van riolering, waarbij ook een bedrag zal worden gereserveerd voor het uitmalen van het overtollige water door middel van een centrifugaalpomp. Daarvoor heeft B&W een blanco krediet gevraagd dat inderdaad door de gemeenteraad wordt verleend.
Gedurende het jaar 1905 werkt de gemeente aan het dempen van de sloot en uiteindelijk zijn de omwonenden grotendeels van het stankprobleem verlost. De daarbij ontstane verharde straat kreeg de naam Jokweg.

Verbetering Sluispolderbemaling
Omdat de bemaling van de Sluispolder in 1913 nog steeds veel te wensen overlaat stelt de gemeentearchitect voor een nieuw riool te maken. Dat moet aansluiten op een nieuw te bouwen gemaal aan de Jokweg met uitloop in (toen nog) de Zuidgeer ‘gedreven door stoom, eventueel door elektriciteit op het buitentalud van den dijk waarvoor de aankoop van een huis nodig is’.
De gemeenteraad krijgt een compleet verbeterplan van de Sluispolderbemaling voorgesteld waarbij ook het rioolgemaal is betrokken. Het benodigde bedrag is 55.270 gulden. In 1915, vijf jaar na de bouw van de arbeiderswijk onderaan de Zuiddijk, maken de laatste open riolen plaats voor riolering.

Elektrisch Rioolgemaal Jokweg
Het elektrisch gemaal is gebouwd in de zogenoemde overgangsstijl. Dit is de periode tussen de neostijlen in de 19e eeuw en de jugendstil in het begin van de 20e eeuw. Het is gebouwd tegen het dijktalud van de Zuiddijk in de as van de Patijnestraat. Het heeft een plat dak op dijkniveau, waar vanaf men goed uitzicht heeft op de lager gelegen bebouwing. Het dak is afgezet met een smeedijzeren hekwerk tussen wit gestucte betonnen pijlers. De zuidwesthoek van het gebouw wordt gemarkeerd door een hoger opgetrokken hoekpijler. Aan de oostzijde bevindt zich op het dijktalud een Noors granieten trap van twintig treden met aan weerszijden eenvoudige stalen trapleuningen.

Restauratie
In 2012 is het gebouw van het gemaal gerestaureerd. Het streven was om het gevelaanzicht in de oorspronkelijke staat te herstellen. Onder andere is de later geplaatste vangrail toen vervangen door een hekwerk in oude stijl en zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat het dak als parkeerplaats gebruikt werd. De bovengrondse vuilniscontainers, die daar jarenlang stonden, hadden al een andere plaats gekregen. Het gebouw is een uniek beeldvormend element in Maassluis en maakte deel uit van de feestelijke ingebruikname van de vernieuwde Maassluise binnenstad in 2014, het jaar waarin Maassluis haar 400-jarige onafhankelijkheid vierde. Het rioolgemaal heeft sinds december 2001 de status van rijksmonument (nummer 521.886) vanwege onder andere de stedenbouwkundige en het beeldbepalende karakter.

Het middelpunt van Maassluis
In het boek ‘De Steile Helling’ uit 1988 schrijft Maarten ’t Hart over een zoektocht tijdens zijn jeugd naar het middelpunt van Maassluis. Hij woonde in de jaren vijftig in de Patijnestraat die bij het gemaal uitkomt op de Jokweg. Hij zoekt naarstig naar tastbare bewijzen daarvoor: ‘In de Bos-atlas sloeg ik de kaart van de Aarde op. Ik legde vloeipapier op kaart 4b. Over het vloeipapier trok ik twee lijnen. Nee, Nederland lag niet op het snijpunt. Lang bestudeerde ik de kaartjes 4b en 4c. Opeens zag ik het. Als je de lijnen trok vanaf de evenaar tot de hoekpunten van de kaart, lag Nederland wel degelijk op het snijpunt. De rioolbemaling aan het begin van onze straat, zo formuleerde ik mijn ontdekking, ligt in het middelpunt van de stad, en onze stad is het middelpunt van de helft van Nederland, en Nederland is het middelpunt van het Noordelijk Halfrond. Het speet me wel dat Nederland niet het middelpunt van de wereld bleek, maar onze rioolbemaling was in ieder geval het middelpunt van het Noordelijk Halfrond’

Columns

Geplaatst op 2 augustus 2025

Van Oude Mannen- en Vrouwenhuis tot Tweemaster

Geplaatst op 20 mei 2025

Bleekneusjes naar Zweden

Geplaatst op 26 februari 2025

Wonen in de oude binnenstad

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 28 september 2025

Column

Rioolgemaal aan de Jokweg

Door: Tekst: Dick van Wassenaar / redactie: Marga Brijs

Het eerste elektrische rioolgemaal van Nederland staat in Maassluis. Het is een rijksmonument en bestaat nu 110 jaar.

Het is dit jaar 110 jaar geleden dat in het oude centrum van Maassluis het eerste elektrische rioolgemaal van Nederland werd gebouwd. Voor die tijd werden gemalen aangedreven door wind, stoom of diesel. Het gebouwtje met de karakteristieke pilaar aan de Jokweg 4 is een rijksmonument. Maar dat het daarbij ook een bijzonder rioolgemaal is, is wellicht minder bekend.

Sloot langs de Juchweg
Tot omstreeks 1900 liep midden over wat nu de Jokweg heet een gracht. Dit was de voortzetting van de gracht tussen de panden aan de Nieuwstraat en de Zuiddijk. Deze gracht of sloot zorgde aan de andere kant van de Jokweg voor aansluiting op het afwateringssysteem bij de Damwoning en het Groene Veldje. De sloot was aan weerszijden beschoeid, dat wil zeggen voorzien van houten (dam)wanden. Voor het stutten van die damwanden zorgden dwars aangebrachte balken tussen de beschoeiingen. Men noemde deze constructie ‘jucken’ of ‘juchen’ en de dwarsbalken ‘jouckingen’.
Langs de sloot liep de Juchwech. De sloot, die de huizen van de straat scheidde, werd de Scheisloot genoemd. Omdat de sloot diende als open riolering werd de naam vaak verbasterd tot ‘schijtsloot’ of ‘strontsloot’. Naar aanleiding van klachten van buurtbewoners over de onhoudbare toestand van de stinksloot bespreekt de gemeenteraad dit probleem in mei 1904.

Centrifugaalpomp
Er is een plan voor het bouwen van een stoomgemaal aan de Weverskade om de rioolproblematiek aan de Jokweg te bestrijden. De gemeentearchitect (Hendrik Brand) wordt belast met de verdere uitwerking.
In januari 1905 is er een bestek beschikbaar voor het dempen van de sloot en de aanleg van riolering, waarbij ook een bedrag zal worden gereserveerd voor het uitmalen van het overtollige water door middel van een centrifugaalpomp. Daarvoor heeft B&W een blanco krediet gevraagd dat inderdaad door de gemeenteraad wordt verleend.
Gedurende het jaar 1905 werkt de gemeente aan het dempen van de sloot en uiteindelijk zijn de omwonenden grotendeels van het stankprobleem verlost. De daarbij ontstane verharde straat kreeg de naam Jokweg.

Verbetering Sluispolderbemaling
Omdat de bemaling van de Sluispolder in 1913 nog steeds veel te wensen overlaat stelt de gemeentearchitect voor een nieuw riool te maken. Dat moet aansluiten op een nieuw te bouwen gemaal aan de Jokweg met uitloop in (toen nog) de Zuidgeer ‘gedreven door stoom, eventueel door elektriciteit op het buitentalud van den dijk waarvoor de aankoop van een huis nodig is’.
De gemeenteraad krijgt een compleet verbeterplan van de Sluispolderbemaling voorgesteld waarbij ook het rioolgemaal is betrokken. Het benodigde bedrag is 55.270 gulden. In 1915, vijf jaar na de bouw van de arbeiderswijk onderaan de Zuiddijk, maken de laatste open riolen plaats voor riolering.

Elektrisch Rioolgemaal Jokweg
Het elektrisch gemaal is gebouwd in de zogenoemde overgangsstijl. Dit is de periode tussen de neostijlen in de 19e eeuw en de jugendstil in het begin van de 20e eeuw. Het is gebouwd tegen het dijktalud van de Zuiddijk in de as van de Patijnestraat. Het heeft een plat dak op dijkniveau, waar vanaf men goed uitzicht heeft op de lager gelegen bebouwing. Het dak is afgezet met een smeedijzeren hekwerk tussen wit gestucte betonnen pijlers. De zuidwesthoek van het gebouw wordt gemarkeerd door een hoger opgetrokken hoekpijler. Aan de oostzijde bevindt zich op het dijktalud een Noors granieten trap van twintig treden met aan weerszijden eenvoudige stalen trapleuningen.

Restauratie
In 2012 is het gebouw van het gemaal gerestaureerd. Het streven was om het gevelaanzicht in de oorspronkelijke staat te herstellen. Onder andere is de later geplaatste vangrail toen vervangen door een hekwerk in oude stijl en zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat het dak als parkeerplaats gebruikt werd. De bovengrondse vuilniscontainers, die daar jarenlang stonden, hadden al een andere plaats gekregen. Het gebouw is een uniek beeldvormend element in Maassluis en maakte deel uit van de feestelijke ingebruikname van de vernieuwde Maassluise binnenstad in 2014, het jaar waarin Maassluis haar 400-jarige onafhankelijkheid vierde. Het rioolgemaal heeft sinds december 2001 de status van rijksmonument (nummer 521.886) vanwege onder andere de stedenbouwkundige en het beeldbepalende karakter.

Het middelpunt van Maassluis
In het boek ‘De Steile Helling’ uit 1988 schrijft Maarten ’t Hart over een zoektocht tijdens zijn jeugd naar het middelpunt van Maassluis. Hij woonde in de jaren vijftig in de Patijnestraat die bij het gemaal uitkomt op de Jokweg. Hij zoekt naarstig naar tastbare bewijzen daarvoor: ‘In de Bos-atlas sloeg ik de kaart van de Aarde op. Ik legde vloeipapier op kaart 4b. Over het vloeipapier trok ik twee lijnen. Nee, Nederland lag niet op het snijpunt. Lang bestudeerde ik de kaartjes 4b en 4c. Opeens zag ik het. Als je de lijnen trok vanaf de evenaar tot de hoekpunten van de kaart, lag Nederland wel degelijk op het snijpunt. De rioolbemaling aan het begin van onze straat, zo formuleerde ik mijn ontdekking, ligt in het middelpunt van de stad, en onze stad is het middelpunt van de helft van Nederland, en Nederland is het middelpunt van het Noordelijk Halfrond. Het speet me wel dat Nederland niet het middelpunt van de wereld bleek, maar onze rioolbemaling was in ieder geval het middelpunt van het Noordelijk Halfrond’