Maassluis  |  Geplaatst op 29 november 2024

Column

Het badhuis aan het Zandpad

Door: Dick van Wassenaar (tekst) | Ineke Vink (redactie)

In de jaren zestig kregen de inwoners van Maassluis eindelijk een badhuis. Maassluis telde ongeveer 11.000 inwoners. Veel woningen waren van matige kwaliteit en hadden geen badkamer en zelfs niet altijd warm water. Er ging 40 jaar strijd aan vooraf om een volksbadhuis te realiseren.

Al in 1919 was er een comité gevormd, met onder anderen de bekende huisarts dokter Thiebout, dat pleitte voor de oprichting van een Volksbadhuis in Maassluis. De cholera-epidemieën in de tweede helft van de 19e eeuw hadden ook in Maassluis slachtoffers geëist. Deze waren onder andere te wijten aan de slechte hygiënische omstandigheden in de oude huizen in de binnenstad. Door nalatigheid van het gemeentebestuur, de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog kwam het er niet van om een badhuis te bouwen.

Dienstwoning
In 1947 komt het badhuis weer ter sprake. B en W erkennen dat ‘voor de volksgezondheid een volksbadhuis zonder twijfel van betekenis is.’ In 1949 maken B en W bekend dat er ‘binnenkort opdracht zal worden gegeven tot het ontwerpen van een plan voor de bouw van een volksbadhuis.’ De Amsterdamse architect Niepoth krijgt de opdracht een eenvoudig badhuis te ontwerpen. Ir. Kool ontwerpt het technische gedeelte. Als locatie voor het badhuis valt de keus op het terrein op de hoek van de Taanstraat en het Zandpad. De grootte van dit terrein opent de mogelijkheid om bovendien een tweetal woningen te bouwen; een daarvan kan tot dienstwoning dienen.
Het eerste ontwerp van architect Niepoth getuigt van een eenvoudige opzet en is uit oogpunt van stijl en doelmatigheid verantwoord. Het badhuis biedt plaats aan 16 douchecellen en één kuipbad. De gemeente slaat aan het rekenen of ze uit de kosten kan komen: ‘Stelt men de wekelijkse openingstijd op 40 uren en de duur van een bad op 20 minuten, dan is de optimale capaciteit van het badhuis 1.920 baden per week. Uiteraard zal het gebruik niet op alle uren even intensief zijn, zodat het werkelijk aantal baden lager ligt dan het maximum. De geschatte kosten van de bouw en de inrichting van badhuis en beide woningen bedragen 70.000 gulden. Hiervan is 25.000 gulden bestemd voor de technische voorzieningen in het badhuis en 2.500 gulden voor de technische installatie van de woningen. Het rijk verleent ook een bijdrage in de stichtingskosten van de woningen. Volgens een voorlopige berekening zal deze bijdrage 7.600 gulden bedragen. In de vermelde cijfers is de waarde van de grond en het honorarium van de ontwerpers niet begrepen.’

Geen overheidstoestemming
Vanwege de financiële moeilijkheden in het naoorlogse Nederland gaf Gedeputeerde Staten (GS) geen toestemming voor de bouw van het volksbadhuis. De raad legde de nadruk op de oude woningen, het gebrek aan woonruimte en het grote aantal inwonende gezinnen. Een badhuis was een dringende noodzaak in het belang van de volksgezondheid. Daarbij kwam dat het grootste gedeelte van de bouwkosten beschikbaar was: het batig saldo van 30.000 gulden uit de in oorlogstijd op particuliere basis geëxploiteerde Centrale Keuken. Dit saldo was door de Maassluise bevolking bijeengebracht. Maassluis kreeg alsnog toestemming voor de bouw en het badhuis kwam er. In 1953 volgde de aanbesteding en zeven aannemers meldden zich. Het bouwen van het badhuis met de twee woningen werd gegund aan firma De Lange uit Maassluis voor 80.500 gulden.

Heet water te koop
In 1955 gaat het badhuis open voor publiek. Het is – met uitzondering van erkende Christelijke en andere feestdagen – geopend op woensdag van 13.00 tot 20.00 uur en op donderdag, vrijdag en zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 20.00 uur. Op de maandagochtend tussen 8.00 en 10.00 uur is er heet water te koop voor 5 cent per emmer. Vanwege de toenemende drukte worden er vanaf december 1955 op vrijdag na 17 uur en op zaterdag geen kinderkaarten meer verkocht.
De tarieven voor het badhuis zijn 25 cent voor volwassenen en 15 cent voor kinderen. De inkomsten uit baden bedragen 8.860 gulden per jaar en de inkomsten uit de verkoop van heet water zijn 520 gulden. Het exploitatietekort van ruim 4.600 is voor rekening van de gemeente, die het ‘een verantwoord offer vindt voor de belangen voor de volksgezondheid en hygiëne van de bevolking’.
In 1965 gaan de tarieven omhoog naar 50 cent voor volwassenen, 30 cent voor kinderen en 10 cent voor heet water. De prijsverhoging is noodzakelijk om de exploitatietekorten enigszins te beperken. Twee boilers van 600 liter in de speciale stookkelder voorzien in de behoefte.

Schooltandarts in het badhuis
Beheerder van het badhuis was Carel Jacobs (1905-1997), zweminstructeur/badmeester van het zwembad op het Hoofd. Hij deed het beheer van het badhuis vanaf 1955 tot de sluiting in 1969, samen met zijn echtgenote Johanna Maria Hummelman. Na de toename van het aantal bezoekers in het eerste jaar, lopen de bezoekersaantallen terug. Dit heeft te maken met het feit dat er in nieuw gebouwde woningen een douche of badgelegenheid aanwezig is. Het badhuis heeft voldoende ruimte voor andere gezondheidsdisciplines. Zo krijgt Maassluis in 1960 eindelijk een schooltandverzorgingsdienst. De heer Van Muiswinkel begint zijn werkzaamheden als schooltandarts in een spreekkamer op de eerste verdieping van het badhuis.

Fysiopraktijk
In 1968 besluit de gemeente het badhuis nog maar op twee dagen open te stellen, op vrijdag en zaterdag. Fysiotherapeut Fokko Abbas heeft belangstelling om een gedeelte van het badhuis te huren voor zijn praktijk. De gemeente gaat daarmee akkoord, hij mag het gebouw twee dagen gebruiken. Er is wel een verbouwing nodig die bestaat uit het aanpassen van de ingang voor invaliden, het aanbrengen van een hijsinstelling en de aanleg van een vlinderbad. Dat laatste is een vlindervormig bad, speciaal geschikt voor de onderdompeling van patiënten in warm water in combinatie met oefentherapie. Het badhuis is hiermee tevens een ‘medisch centrum’. De verbouwingskosten worden mede gefinancierd worden door de gemeente, uit de opbrengst van de Sint-Nicolaasactie van de Maassluise middenstand en door bijdragen van het Groene Kruis.
Een jaar later, in 1969, sluit de gemeente alsnog het badhuis. Het pand transformeert tot een grote groepsfysiotherapiepraktijk, Fysico Maassluis. In 1998 is Fokko Abbas 65 en hij doet de praktijk over aan zijn zoon. Zandpad 1 is tot 2016 een gezondheidscentrum met meerdere disciplines. Sinds 2021 is het in gebruik door Labyrint Zorg.

Columns

Geplaatst op 8 november 2024

Café De Brug

Geplaatst op 15 oktober 2024

Het Nieuwe Water

Geplaatst op 13 september 2024

Preuts Maassluis

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 29 november 2024

Column

Het badhuis aan het Zandpad

Door: Dick van Wassenaar (tekst) | Ineke Vink (redactie)

In de jaren zestig kregen de inwoners van Maassluis eindelijk een badhuis. Maassluis telde ongeveer 11.000 inwoners. Veel woningen waren van matige kwaliteit en hadden geen badkamer en zelfs niet altijd warm water. Er ging 40 jaar strijd aan vooraf om een volksbadhuis te realiseren.

Al in 1919 was er een comité gevormd, met onder anderen de bekende huisarts dokter Thiebout, dat pleitte voor de oprichting van een Volksbadhuis in Maassluis. De cholera-epidemieën in de tweede helft van de 19e eeuw hadden ook in Maassluis slachtoffers geëist. Deze waren onder andere te wijten aan de slechte hygiënische omstandigheden in de oude huizen in de binnenstad. Door nalatigheid van het gemeentebestuur, de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog kwam het er niet van om een badhuis te bouwen.

Dienstwoning
In 1947 komt het badhuis weer ter sprake. B en W erkennen dat ‘voor de volksgezondheid een volksbadhuis zonder twijfel van betekenis is.’ In 1949 maken B en W bekend dat er ‘binnenkort opdracht zal worden gegeven tot het ontwerpen van een plan voor de bouw van een volksbadhuis.’ De Amsterdamse architect Niepoth krijgt de opdracht een eenvoudig badhuis te ontwerpen. Ir. Kool ontwerpt het technische gedeelte. Als locatie voor het badhuis valt de keus op het terrein op de hoek van de Taanstraat en het Zandpad. De grootte van dit terrein opent de mogelijkheid om bovendien een tweetal woningen te bouwen; een daarvan kan tot dienstwoning dienen.
Het eerste ontwerp van architect Niepoth getuigt van een eenvoudige opzet en is uit oogpunt van stijl en doelmatigheid verantwoord. Het badhuis biedt plaats aan 16 douchecellen en één kuipbad. De gemeente slaat aan het rekenen of ze uit de kosten kan komen: ‘Stelt men de wekelijkse openingstijd op 40 uren en de duur van een bad op 20 minuten, dan is de optimale capaciteit van het badhuis 1.920 baden per week. Uiteraard zal het gebruik niet op alle uren even intensief zijn, zodat het werkelijk aantal baden lager ligt dan het maximum. De geschatte kosten van de bouw en de inrichting van badhuis en beide woningen bedragen 70.000 gulden. Hiervan is 25.000 gulden bestemd voor de technische voorzieningen in het badhuis en 2.500 gulden voor de technische installatie van de woningen. Het rijk verleent ook een bijdrage in de stichtingskosten van de woningen. Volgens een voorlopige berekening zal deze bijdrage 7.600 gulden bedragen. In de vermelde cijfers is de waarde van de grond en het honorarium van de ontwerpers niet begrepen.’

Geen overheidstoestemming
Vanwege de financiële moeilijkheden in het naoorlogse Nederland gaf Gedeputeerde Staten (GS) geen toestemming voor de bouw van het volksbadhuis. De raad legde de nadruk op de oude woningen, het gebrek aan woonruimte en het grote aantal inwonende gezinnen. Een badhuis was een dringende noodzaak in het belang van de volksgezondheid. Daarbij kwam dat het grootste gedeelte van de bouwkosten beschikbaar was: het batig saldo van 30.000 gulden uit de in oorlogstijd op particuliere basis geëxploiteerde Centrale Keuken. Dit saldo was door de Maassluise bevolking bijeengebracht. Maassluis kreeg alsnog toestemming voor de bouw en het badhuis kwam er. In 1953 volgde de aanbesteding en zeven aannemers meldden zich. Het bouwen van het badhuis met de twee woningen werd gegund aan firma De Lange uit Maassluis voor 80.500 gulden.

Heet water te koop
In 1955 gaat het badhuis open voor publiek. Het is – met uitzondering van erkende Christelijke en andere feestdagen – geopend op woensdag van 13.00 tot 20.00 uur en op donderdag, vrijdag en zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 20.00 uur. Op de maandagochtend tussen 8.00 en 10.00 uur is er heet water te koop voor 5 cent per emmer. Vanwege de toenemende drukte worden er vanaf december 1955 op vrijdag na 17 uur en op zaterdag geen kinderkaarten meer verkocht.
De tarieven voor het badhuis zijn 25 cent voor volwassenen en 15 cent voor kinderen. De inkomsten uit baden bedragen 8.860 gulden per jaar en de inkomsten uit de verkoop van heet water zijn 520 gulden. Het exploitatietekort van ruim 4.600 is voor rekening van de gemeente, die het ‘een verantwoord offer vindt voor de belangen voor de volksgezondheid en hygiëne van de bevolking’.
In 1965 gaan de tarieven omhoog naar 50 cent voor volwassenen, 30 cent voor kinderen en 10 cent voor heet water. De prijsverhoging is noodzakelijk om de exploitatietekorten enigszins te beperken. Twee boilers van 600 liter in de speciale stookkelder voorzien in de behoefte.

Schooltandarts in het badhuis
Beheerder van het badhuis was Carel Jacobs (1905-1997), zweminstructeur/badmeester van het zwembad op het Hoofd. Hij deed het beheer van het badhuis vanaf 1955 tot de sluiting in 1969, samen met zijn echtgenote Johanna Maria Hummelman. Na de toename van het aantal bezoekers in het eerste jaar, lopen de bezoekersaantallen terug. Dit heeft te maken met het feit dat er in nieuw gebouwde woningen een douche of badgelegenheid aanwezig is. Het badhuis heeft voldoende ruimte voor andere gezondheidsdisciplines. Zo krijgt Maassluis in 1960 eindelijk een schooltandverzorgingsdienst. De heer Van Muiswinkel begint zijn werkzaamheden als schooltandarts in een spreekkamer op de eerste verdieping van het badhuis.

Fysiopraktijk
In 1968 besluit de gemeente het badhuis nog maar op twee dagen open te stellen, op vrijdag en zaterdag. Fysiotherapeut Fokko Abbas heeft belangstelling om een gedeelte van het badhuis te huren voor zijn praktijk. De gemeente gaat daarmee akkoord, hij mag het gebouw twee dagen gebruiken. Er is wel een verbouwing nodig die bestaat uit het aanpassen van de ingang voor invaliden, het aanbrengen van een hijsinstelling en de aanleg van een vlinderbad. Dat laatste is een vlindervormig bad, speciaal geschikt voor de onderdompeling van patiënten in warm water in combinatie met oefentherapie. Het badhuis is hiermee tevens een ‘medisch centrum’. De verbouwingskosten worden mede gefinancierd worden door de gemeente, uit de opbrengst van de Sint-Nicolaasactie van de Maassluise middenstand en door bijdragen van het Groene Kruis.
Een jaar later, in 1969, sluit de gemeente alsnog het badhuis. Het pand transformeert tot een grote groepsfysiotherapiepraktijk, Fysico Maassluis. In 1998 is Fokko Abbas 65 en hij doet de praktijk over aan zijn zoon. Zandpad 1 is tot 2016 een gezondheidscentrum met meerdere disciplines. Sinds 2021 is het in gebruik door Labyrint Zorg.