Maassluis  |  Geplaatst op 31 oktober 2023

Column

Een nieuwe kerktoren

Door: Ineke Vink

De Groote Kerk bepaalt al bijna vier eeuwen het gezicht van Maassluis. Maar wist u dat de kerktoren later is gebouwd dan de kerk? Het had weinig gescheeld of er was helemaal geen kerk meer geweest. De Historische Vereniging Maassluis legt in deze bijdrage uit hoe dat kwam.

Gewijzigde dakconstructie
De bouw van de Groote kerk startte in 1629. De bouw duurde in totaal 10 jaar, omdat er stagnatie was in de belastinginkomsten waaruit de bouw betaald werd. In 1637 begon het ergens op te lijken. De muren waren op halve hoogte en men kon beginnen aan de dakconstructie. Tot zover ging alles volgens plan, maar toen gingen de kerkmeesters veranderingen aanbrengen in de dakconstructie. Ze vonden de dwarsbalken, die de dakvoet bij elkaar houden, storend. Ze wilden liever een meer open constructie. De bouwmeester klaarde die klus en dat de constructie werkte, zagen we in 1943. Toen de Groote Kerk door een bombardement zwaar beschadigd raakte, heeft de dakconstructie de deels ingestorte muren bijeengehouden.

Wijkende pilaren
De Groote Kerk was in 1639 nog maar net gereed, of de kerkgangers begonnen het middendeel van het gebouw te mijden, waarboven de 30 meter hoge houten toren stond. De vier pilaren in de kerk waren bij de bouw extra verzwaard om het gewicht van het houten dak plus de houten toren te dragen. Wat vergeten was, waren de zware luidklokken in de toren. Bij het luiden daarvan kwamen er grote krachten op de houten toren te staan. De pilaren bleken onvoldoende berekend op het gewicht.
Acht jaar na de feestelijke opening van de kerk werd de situatie met de toren als ‘zeer ernstig’ omschreven. Men was bang dat de toren zou omvallen en het dak het zou begeven.

Duizend heipalen
Arent van ’s Gravesande maakte het ontwerp voor een nieuwe toren. De kosten zouden 23.000 gulden bedragen. Tenminste, dat dachten ze. De kosten voor het heien waren echter niet in de begroting opgenomen. De benodigde heipalen, ‘duizend masten van zeven palmen’ (een palm was ongeveer 10 cm) lagen al klaar, maar waren over het hoofd gezien. In vijf maanden was het heien afgerond. Op 15 januari 1649 was de eerste steenlegging voor de nieuwe toren. Hiervan bestaat nog een gedenksteen boven de toreningang. Zo verdween de grote middentoren en werd instorten van de kerk voorkomen. Op het dak kwam een klein torentje met als windwijzer een koperen haringbuis, een verwijzing naar de visserij.

Columns

Geplaatst op 29 november 2024

Het badhuis aan het Zandpad

Geplaatst op 8 november 2024

Café De Brug

Geplaatst op 15 oktober 2024

Het Nieuwe Water

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 31 oktober 2023

Column

Een nieuwe kerktoren

Door: Ineke Vink

De Groote Kerk bepaalt al bijna vier eeuwen het gezicht van Maassluis. Maar wist u dat de kerktoren later is gebouwd dan de kerk? Het had weinig gescheeld of er was helemaal geen kerk meer geweest. De Historische Vereniging Maassluis legt in deze bijdrage uit hoe dat kwam.

Gewijzigde dakconstructie
De bouw van de Groote kerk startte in 1629. De bouw duurde in totaal 10 jaar, omdat er stagnatie was in de belastinginkomsten waaruit de bouw betaald werd. In 1637 begon het ergens op te lijken. De muren waren op halve hoogte en men kon beginnen aan de dakconstructie. Tot zover ging alles volgens plan, maar toen gingen de kerkmeesters veranderingen aanbrengen in de dakconstructie. Ze vonden de dwarsbalken, die de dakvoet bij elkaar houden, storend. Ze wilden liever een meer open constructie. De bouwmeester klaarde die klus en dat de constructie werkte, zagen we in 1943. Toen de Groote Kerk door een bombardement zwaar beschadigd raakte, heeft de dakconstructie de deels ingestorte muren bijeengehouden.

Wijkende pilaren
De Groote Kerk was in 1639 nog maar net gereed, of de kerkgangers begonnen het middendeel van het gebouw te mijden, waarboven de 30 meter hoge houten toren stond. De vier pilaren in de kerk waren bij de bouw extra verzwaard om het gewicht van het houten dak plus de houten toren te dragen. Wat vergeten was, waren de zware luidklokken in de toren. Bij het luiden daarvan kwamen er grote krachten op de houten toren te staan. De pilaren bleken onvoldoende berekend op het gewicht.
Acht jaar na de feestelijke opening van de kerk werd de situatie met de toren als ‘zeer ernstig’ omschreven. Men was bang dat de toren zou omvallen en het dak het zou begeven.

Duizend heipalen
Arent van ’s Gravesande maakte het ontwerp voor een nieuwe toren. De kosten zouden 23.000 gulden bedragen. Tenminste, dat dachten ze. De kosten voor het heien waren echter niet in de begroting opgenomen. De benodigde heipalen, ‘duizend masten van zeven palmen’ (een palm was ongeveer 10 cm) lagen al klaar, maar waren over het hoofd gezien. In vijf maanden was het heien afgerond. Op 15 januari 1649 was de eerste steenlegging voor de nieuwe toren. Hiervan bestaat nog een gedenksteen boven de toreningang. Zo verdween de grote middentoren en werd instorten van de kerk voorkomen. Op het dak kwam een klein torentje met als windwijzer een koperen haringbuis, een verwijzing naar de visserij.