Maassluis | Geplaatst op 2 februari 2022
De aanleg van de hoge zeedijk was het begin van Maassluis. De Historische Vereniging Maassluis dook in haar archief voor het verhaal over deze eeuwenoude waterkering.
Vanaf de 10e eeuw was er bewoning op de noordelijke oever van de Maas langs de bestaande stroompjes. Sommige waren riviertjes die de omgeving ontwaterden, zoals de Rotte, de Schie en de Vlaarding. Andere waren vloedkreken waardoor het water bij elke vloed diep het land kon indringen, zoals de Lier en de Gantel. Deze gaven de meeste overlast door regelmatige overstromingen en waren het moeilijkst te bedwingen met dijken. Voor het bedwingen van kreekstelsels paste men een systeem van langsdammen en dwarsdammen toe, zoals bij het Lierstelsel. De dwarsdijken zijn nu nog herkenbaar in het landschap. Een dwarsdijk legde men in de bovenloop van een riviertje of kreek en deze verbond de langsdijken met elkaar. Door een tweede dwarsdijk meer naar de monding toe werd de kreek verder verkort. Zo bedwong men de heftigheid van de getijdebeweging om ten slotte de kreek geheel af te sluiten.
Een andere manier om het land tegen overstromen te behoeden was het opwerpen van een kade rondom een ontgonnen stuk land. ‘Kade’ komt nog steeds voor in enkele straatnamen van Maassluis.
In de twaalfde eeuw teisterden heftige stormvloeden het gebied van Delfland, met name de West-Ambachten ofwel het Westland. Na de stormvloed van 1163 veranderde alles. Dorpen waren weggespoeld, waaronder vermoedelijk het oorspronkelijke dorp Maasland. Dit lag ongeveer waar nu De Vloot is. De stormvloeden waren mede aanleiding voor de monsterklus om de hele noordelijke Maasoever met een dijk te beschermen. Men begon bij de huidige Burgerdijkseweg in De Lier en bouwde naar wat nu het Scheur is en vervolgens door langs de Maas tot Schiedam. Hierdoor ontstond een hoefijzervormige dijk rond het gebied. We nemen aan dat het Lierstelsel en de Schie nog te krachtig waren om af te dammen.
In 1260 was het gelukt om ook de rivieren af te dammen met een doorlopende dijk vanaf de kust tot voorbij de Rotte. Door een luchten- of sluizenstelsel konden ze hun water nog wel afvoeren, maar bij storm en hoge vloed kon het water niet meer het land indringen. De hoge zeedijk was een feit en in elke plaats waar hij een rivier of belangrijke uitlaat passeert (Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam), heet hij Hoogstraat. Dit met mensenhanden gemaakte meesterwerk dwingt respect af. Als we de diepte zien van het land dat hij van oudsher beschermt, zoals langs de Prinses Julianalaan, realiseren we ons welke macht dit meesterwerk nog steeds uitstraalt. Dit is de waarde van deze oeroude dijk en een deel van ons stadsbeeld dat bescherming verdient.
De oude dijk ter hoogte van de Prinses Julianalaan in 1950.
Geplaatst op 29 november 2024
Geplaatst op 8 november 2024
Geplaatst op 15 oktober 2024
Columns archief...
Maassluis | Geplaatst op 2 februari 2022
De aanleg van de hoge zeedijk was het begin van Maassluis. De Historische Vereniging Maassluis dook in haar archief voor het verhaal over deze eeuwenoude waterkering.
Vanaf de 10e eeuw was er bewoning op de noordelijke oever van de Maas langs de bestaande stroompjes. Sommige waren riviertjes die de omgeving ontwaterden, zoals de Rotte, de Schie en de Vlaarding. Andere waren vloedkreken waardoor het water bij elke vloed diep het land kon indringen, zoals de Lier en de Gantel. Deze gaven de meeste overlast door regelmatige overstromingen en waren het moeilijkst te bedwingen met dijken. Voor het bedwingen van kreekstelsels paste men een systeem van langsdammen en dwarsdammen toe, zoals bij het Lierstelsel. De dwarsdijken zijn nu nog herkenbaar in het landschap. Een dwarsdijk legde men in de bovenloop van een riviertje of kreek en deze verbond de langsdijken met elkaar. Door een tweede dwarsdijk meer naar de monding toe werd de kreek verder verkort. Zo bedwong men de heftigheid van de getijdebeweging om ten slotte de kreek geheel af te sluiten.
Een andere manier om het land tegen overstromen te behoeden was het opwerpen van een kade rondom een ontgonnen stuk land. ‘Kade’ komt nog steeds voor in enkele straatnamen van Maassluis.
In de twaalfde eeuw teisterden heftige stormvloeden het gebied van Delfland, met name de West-Ambachten ofwel het Westland. Na de stormvloed van 1163 veranderde alles. Dorpen waren weggespoeld, waaronder vermoedelijk het oorspronkelijke dorp Maasland. Dit lag ongeveer waar nu De Vloot is. De stormvloeden waren mede aanleiding voor de monsterklus om de hele noordelijke Maasoever met een dijk te beschermen. Men begon bij de huidige Burgerdijkseweg in De Lier en bouwde naar wat nu het Scheur is en vervolgens door langs de Maas tot Schiedam. Hierdoor ontstond een hoefijzervormige dijk rond het gebied. We nemen aan dat het Lierstelsel en de Schie nog te krachtig waren om af te dammen.
In 1260 was het gelukt om ook de rivieren af te dammen met een doorlopende dijk vanaf de kust tot voorbij de Rotte. Door een luchten- of sluizenstelsel konden ze hun water nog wel afvoeren, maar bij storm en hoge vloed kon het water niet meer het land indringen. De hoge zeedijk was een feit en in elke plaats waar hij een rivier of belangrijke uitlaat passeert (Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam), heet hij Hoogstraat. Dit met mensenhanden gemaakte meesterwerk dwingt respect af. Als we de diepte zien van het land dat hij van oudsher beschermt, zoals langs de Prinses Julianalaan, realiseren we ons welke macht dit meesterwerk nog steeds uitstraalt. Dit is de waarde van deze oeroude dijk en een deel van ons stadsbeeld dat bescherming verdient.