Maassluis | Geplaatst op 4 december 2025
Zeker, Maassluis heeft meerdere uitstekende profvoetballers voortgebracht. Tonny Vilhena, Khalid Boulahrouz, we noemen maar een paar bekende namen. Maar de allereerste was toch echt Aad Koudijzer. Van VDL. Hij is inmiddels 77 en grotendeels Belg. Want heel lang voetbalde hij en woonde hij in het land van onze zuiderburen. Met zijn Belgische vrouw Marleen woont hij in een fraai vrijstaand huis in het rustige Kruisem. Koudijzer maait er het gras, snoeit de bomen. Kortom, een ‘fulltime’ pensionado.
Geboren met de bal onder de arm
Maar daarmee is ook alles gezegd. Aad Koudijzer heeft alzheimer, vertelt zijn vrouw. Volgens zijn neuroloog van het vele ‘koppen’. Hij weet nog wel dat zijn wieg (1947) in de Hendrik Schoonbroodstraat stond, toen nog op ’t Hoofd. Een bovenwoning. Later verhuisde hij naar de Piersonstraat op ’t Stort. Aad groeide op in een VDL-familie. Vader Gerrit voetbalde bij deze club, evenals diens broers Henk, Arend en Leen. Sterker nog, ook samen in ‘het eerste’. En ze waren goed. Oom Henk was zelfs ooit reserve bij een interland van het Nederlands elftal tegen België, toen er nog geen betaald voetbal was. ‘Hij moet met een bal onder zijn arm zijn geboren, Aad Koudijzer.’ Moeder Dina kon er wel om lachen, toen dat een keer werd gezegd. Want inderdaad, als je Aad zag, zag je een bal. Overal in de buurt. ‘Zelf doeltjes maken en de hele dag voetballen,’ weet Aad nog.
Zes doelpunten
Dus toen Aad op zijn achtste naar VDL mocht, gìng hij ook. ‘Hij viel in die eerste jaren niet op,’ vertellen zijn voetbalmakkers van toen. ‘Als-ie in die tijd drie keer per wedstrijd had gescoord, hadden we dat wel geweten,’ zeggen ze. Als 15-jarige traint Aad Koudijzer nog een paar maanden in de jeugd van Feyenoord, onder Ben Peeters. We lezen in de kranten uit die tijd: ‘Ik zou een paar oefenwedstrijden spelen, maar dat viel in het water. Toen ben ik teruggegaan naar VDL. Het op en neer reizen naar Rotterdam viel ook wel zwaar. Ik ben er niet rouwig om.’
Op zijn zestiende kwam Aad in het eerste van VDL, toen – begin jaren zestig – nog een vereniging van tweehonderd leden. Hij werd middenvelder. Maar pas toen hij naar de spitspositie verhuisde, viel hij op. Door zijn doelpunten natuurlijk. En daarvan maakte hij er veel, zoals in een wedstrijd tegen De Hollandiaan. VDL won met 7-1, Aad maakte zes doelpunten! Wim Tuit, ook in het eerste toen, zegt: ‘Ja, het lag er zo dik bovenop dat hij te goed was. Bij VDL stak ie boven alles uit. Dat zag je meteen al.’
Semiprof
Aad was niet echt een verenigingsmens. Na de training of de wedstrijd vertrok hij meteen. Lang blijven hangen in de kantine deed hij niet. Hij rookte niet en dronk niet. Aad wilde wel beter worden als voetballer. Daar had hij veel voor over. Hij had wel interesse om naar Excelsior Maassluis te gaan, de club die hoger speelde. Aad wilde kijken waar zijn grenzen als voetballer lagen. Op zijn 21e (in 1968) klopte SVV op de deur. Aad was toen draaier/frezer in de Touwfabriek. Hij verkaste voor slechts drieduizend gulden naar Schiedam, als semiprof. Op de brommer naar elke training en wedstrijd. In zijn eerste seizoen in de Eerste divisie werd hij meteen topscorer met 32 doelpunten! Met collega-spits Wout van Meeteren vormde de lange Aad Koudijzer (1,91 meter) de beruchte ‘luchtmacht’ van de Schiedammers. SVV werd kampioen, een droomstart! Zijn goals bleven in Zeist niet onopgemerkt. Bondscoach George Kessler haalde hem bij de selectiegroep van Jong Oranje. Die zouden een tour maken naar de West. Maar die ging niet door. Daarna hoorde Aad niets meer.
Anderhalve ton
Met SVV promoveerde hij meteen naar de Eredivisie, om in dat volgende seizoen met dezelfde snelheid weer te degraderen. Hij analyseerde later dat er te weinig goede voetballers in de Schiedamse club waren om je op het hoogste niveau te kunnen handhaven. Na twee jaar SVV meldde Sparta zich. Aad kon alsnog in de Eredivisie blijven voetballen. Koudijzer vertrok voor ongeveer anderhalve ton naar de Kasteel-club. Daar kreeg hij de bijnaam De Naald. Een doorslaand succes wordt zijn tijd bij Sparta niet. Hij heeft de snelle Pool Janusz Kowalik voor zich en wordt vaak gebruikt als pinchhitter (invaller die ingezet wordt om te scoren). Hij speelt wedstrijden tegen Europese clubs zoals Rode Ster en Bayern München. In de Eredivisie speelt hij tegen Ajax met Johan Cruyff. Evengoed scoorde hij bij Sparta negen keer in negen wedstrijden.
Drie fanclubs
In 1972 verkast de ‘kopsterke spits’ Aad naar KSV Waregem dat in de Belgische Tweede klasse speelt. Hij wordt topscorer, Waregem promoveert naar de Eerste klasse en wint in 1974 de Belgische Beker. Koudijzer blijft zes jaar bij de club. Dan meldt AA Gent zich, ook aanvankelijk Tweede klasse. En ook hier volgt snel promotie. Met Gent wint hij twee keer de nationale beker. Bij Waregem vervloeken ze nog steeds de dag dat ze Koudijzer lieten gaan. Hij speelt ook zes jaar in Gent, de club van de steenrijke betonbaron Albert de Meester. Het zijn z’n mooiste voetbaljaren. Ook met deze club speelt Koudijzer enkele malen Europees. Hij scoort 120 keer voor Waregem en 101 keer voor Gent. De laatste drie jaar is hij verdedigende middenvelder.
Hij is zo populair in Gent dat hij drie fanclubs heeft. In het stadion komt er een heuse AadKoudijzerBar, die er nog steeds is. Toen zijn moeder overleed, kreeg hij brieven van fans. ‘Die zouden voor haar bidden in Lourdes.’ Het typeert het medeleven van de supporters.
Pensioen
Dan gaan de jaren tellen. Hij voelt het na elke wedstrijd. De spieren. Alles herstelt niet meer zo snel en hij besluit te stoppen. Na twaalf jaar betaald voetbal als speler neemt hij afscheid met de beker voor AA Gent. Daarna wordt hij nog trainer van Beerschot en Kortrijk. Daar bleven de grote successen uit. Hij zet er een punt achter, liever een bestaan met minder stress. Aad Koudijzer wordt internationaal vrachtwagenchauffeur en sinds 2008 is hij gepensioneerd. Mist hij Maassluis? ‘Nee, eigenlijk niet,’ zegt hij, ‘anders waren we wel vaker naar Maassluis gegaan.’
Aad Koudijzer in zijn Spartatijd. Hier heeft hij op Spangen gescoord.
In het seizoen 1968/69 promoveerde SVV naar de eredivisie. Aad (linksonder) was topscorer met 32 doelpunten.
Zijn vader en drie ooms speelden bij VDL en alle vier in het eerste! V.l.n.r. Arend, Henk, Leen en vader Gerrit.
Groepsfoto eind jaren 50, van jeugdleden van VDL met Aad Koudijzer (de langste jongen in het midden).
Zes jaar speelde Koudijzer voor AA Gent, zijn mooiste voetbaljaren.
Twee oud-Maassluizers: Jan Booister (zie bronvermelding) op bezoek bij Aad Koudijzer in België.
Geplaatst op 28 september 2025
Geplaatst op 2 augustus 2025
Geplaatst op 20 mei 2025
Columns archief...
Maassluis | Geplaatst op 4 december 2025
Zeker, Maassluis heeft meerdere uitstekende profvoetballers voortgebracht. Tonny Vilhena, Khalid Boulahrouz, we noemen maar een paar bekende namen. Maar de allereerste was toch echt Aad Koudijzer. Van VDL. Hij is inmiddels 77 en grotendeels Belg. Want heel lang voetbalde hij en woonde hij in het land van onze zuiderburen. Met zijn Belgische vrouw Marleen woont hij in een fraai vrijstaand huis in het rustige Kruisem. Koudijzer maait er het gras, snoeit de bomen. Kortom, een ‘fulltime’ pensionado.
Geboren met de bal onder de arm
Maar daarmee is ook alles gezegd. Aad Koudijzer heeft alzheimer, vertelt zijn vrouw. Volgens zijn neuroloog van het vele ‘koppen’. Hij weet nog wel dat zijn wieg (1947) in de Hendrik Schoonbroodstraat stond, toen nog op ’t Hoofd. Een bovenwoning. Later verhuisde hij naar de Piersonstraat op ’t Stort. Aad groeide op in een VDL-familie. Vader Gerrit voetbalde bij deze club, evenals diens broers Henk, Arend en Leen. Sterker nog, ook samen in ‘het eerste’. En ze waren goed. Oom Henk was zelfs ooit reserve bij een interland van het Nederlands elftal tegen België, toen er nog geen betaald voetbal was. ‘Hij moet met een bal onder zijn arm zijn geboren, Aad Koudijzer.’ Moeder Dina kon er wel om lachen, toen dat een keer werd gezegd. Want inderdaad, als je Aad zag, zag je een bal. Overal in de buurt. ‘Zelf doeltjes maken en de hele dag voetballen,’ weet Aad nog.
Zes doelpunten
Dus toen Aad op zijn achtste naar VDL mocht, gìng hij ook. ‘Hij viel in die eerste jaren niet op,’ vertellen zijn voetbalmakkers van toen. ‘Als-ie in die tijd drie keer per wedstrijd had gescoord, hadden we dat wel geweten,’ zeggen ze. Als 15-jarige traint Aad Koudijzer nog een paar maanden in de jeugd van Feyenoord, onder Ben Peeters. We lezen in de kranten uit die tijd: ‘Ik zou een paar oefenwedstrijden spelen, maar dat viel in het water. Toen ben ik teruggegaan naar VDL. Het op en neer reizen naar Rotterdam viel ook wel zwaar. Ik ben er niet rouwig om.’
Op zijn zestiende kwam Aad in het eerste van VDL, toen – begin jaren zestig – nog een vereniging van tweehonderd leden. Hij werd middenvelder. Maar pas toen hij naar de spitspositie verhuisde, viel hij op. Door zijn doelpunten natuurlijk. En daarvan maakte hij er veel, zoals in een wedstrijd tegen De Hollandiaan. VDL won met 7-1, Aad maakte zes doelpunten! Wim Tuit, ook in het eerste toen, zegt: ‘Ja, het lag er zo dik bovenop dat hij te goed was. Bij VDL stak ie boven alles uit. Dat zag je meteen al.’
Semiprof
Aad was niet echt een verenigingsmens. Na de training of de wedstrijd vertrok hij meteen. Lang blijven hangen in de kantine deed hij niet. Hij rookte niet en dronk niet. Aad wilde wel beter worden als voetballer. Daar had hij veel voor over. Hij had wel interesse om naar Excelsior Maassluis te gaan, de club die hoger speelde. Aad wilde kijken waar zijn grenzen als voetballer lagen. Op zijn 21e (in 1968) klopte SVV op de deur. Aad was toen draaier/frezer in de Touwfabriek. Hij verkaste voor slechts drieduizend gulden naar Schiedam, als semiprof. Op de brommer naar elke training en wedstrijd. In zijn eerste seizoen in de Eerste divisie werd hij meteen topscorer met 32 doelpunten! Met collega-spits Wout van Meeteren vormde de lange Aad Koudijzer (1,91 meter) de beruchte ‘luchtmacht’ van de Schiedammers. SVV werd kampioen, een droomstart! Zijn goals bleven in Zeist niet onopgemerkt. Bondscoach George Kessler haalde hem bij de selectiegroep van Jong Oranje. Die zouden een tour maken naar de West. Maar die ging niet door. Daarna hoorde Aad niets meer.
Anderhalve ton
Met SVV promoveerde hij meteen naar de Eredivisie, om in dat volgende seizoen met dezelfde snelheid weer te degraderen. Hij analyseerde later dat er te weinig goede voetballers in de Schiedamse club waren om je op het hoogste niveau te kunnen handhaven. Na twee jaar SVV meldde Sparta zich. Aad kon alsnog in de Eredivisie blijven voetballen. Koudijzer vertrok voor ongeveer anderhalve ton naar de Kasteel-club. Daar kreeg hij de bijnaam De Naald. Een doorslaand succes wordt zijn tijd bij Sparta niet. Hij heeft de snelle Pool Janusz Kowalik voor zich en wordt vaak gebruikt als pinchhitter (invaller die ingezet wordt om te scoren). Hij speelt wedstrijden tegen Europese clubs zoals Rode Ster en Bayern München. In de Eredivisie speelt hij tegen Ajax met Johan Cruyff. Evengoed scoorde hij bij Sparta negen keer in negen wedstrijden.
Drie fanclubs
In 1972 verkast de ‘kopsterke spits’ Aad naar KSV Waregem dat in de Belgische Tweede klasse speelt. Hij wordt topscorer, Waregem promoveert naar de Eerste klasse en wint in 1974 de Belgische Beker. Koudijzer blijft zes jaar bij de club. Dan meldt AA Gent zich, ook aanvankelijk Tweede klasse. En ook hier volgt snel promotie. Met Gent wint hij twee keer de nationale beker. Bij Waregem vervloeken ze nog steeds de dag dat ze Koudijzer lieten gaan. Hij speelt ook zes jaar in Gent, de club van de steenrijke betonbaron Albert de Meester. Het zijn z’n mooiste voetbaljaren. Ook met deze club speelt Koudijzer enkele malen Europees. Hij scoort 120 keer voor Waregem en 101 keer voor Gent. De laatste drie jaar is hij verdedigende middenvelder.
Hij is zo populair in Gent dat hij drie fanclubs heeft. In het stadion komt er een heuse AadKoudijzerBar, die er nog steeds is. Toen zijn moeder overleed, kreeg hij brieven van fans. ‘Die zouden voor haar bidden in Lourdes.’ Het typeert het medeleven van de supporters.
Pensioen
Dan gaan de jaren tellen. Hij voelt het na elke wedstrijd. De spieren. Alles herstelt niet meer zo snel en hij besluit te stoppen. Na twaalf jaar betaald voetbal als speler neemt hij afscheid met de beker voor AA Gent. Daarna wordt hij nog trainer van Beerschot en Kortrijk. Daar bleven de grote successen uit. Hij zet er een punt achter, liever een bestaan met minder stress. Aad Koudijzer wordt internationaal vrachtwagenchauffeur en sinds 2008 is hij gepensioneerd. Mist hij Maassluis? ‘Nee, eigenlijk niet,’ zegt hij, ‘anders waren we wel vaker naar Maassluis gegaan.’