Maassluis  |  Geplaatst op 10 juli 2018

Column

De kerkgang van Maarten ’t Hart

Door: Jan Schakel

De Canon van Maassluis is in korte tijd een standaardwerk geworden over de geschiedenis van Maassluis. Het boek is exclusief voor leden van de Historische Vereniging Maassluis, die het als jubileumgeschenk dit jaar op kunnen halen bij de vereniging. Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee het boek is samengesteld, is er toch een foutje ingeslopen. Het betreft de kerkgang van de jonge Maarten ’t Hart, in hoofdstuk 24, de twee Maartens. Hierna doen we uit de doeken hoe het werkelijk zat.

Maartens ouders waren gereformeerd en zijn vader kerkte in de Zuiderkerk, zijn moeder kerkte (tot 1943) in de Noorderkerk. Waarom twee verschillende kerken? In 1834 vond er een ‘Afscheiding’ plaats van de Nederlandse Hervormde Kerk. De Afgescheidenen in Maassluis verlieten de Groote Kerk en bouwden de Groeneveldskerk aan de Sluispolderkade.
In 1886 vond er opnieuw een kerkscheuring plaats. Onder leiding van dr. Abraham Kuyper stapten de ‘Dolerenden’ uit de Nederlandse Hervormde Kerk. Zij bouwden een ‘Nieuwe Kerk’ aan de Korte Boonestraat. In 1892 gingen de beide bewegingen landelijk samen als de Gereformeerde Kerken. In Maassluis duurde het tot 1924 voor beide kerken werkelijk samengingen. De Groeneveldskerk werd Zuiderkerk, de Nieuwe Kerk werd Noorderkerk. Toch bleven ze elk hun eigen signatuur houden; de Zuiderkerk was van de A-richting (ex-Afgescheidenen), de Noorderkerk was van de B-richting (ex-Dolerenden).

In 1943 verwoestte een bombardement de Noorderkerk. De gereformeerden van de B-richting vonden onderdak in een pakhuis aan het eind van de Noordvliet, tegenover de Baansloot. Zij noemden de tijdelijke kerk ‘Rehoboth’, een oud Hebreeuws woord dat betekent: hier heeft God een plaats voor ons gemaakt. In 1954 kwam de Immanuelkerk gereed. Deze nieuwe kerk van de ‘B-richting’ (ex-Dolerenden) stond ongeveer op de plaats van de verwoeste Noorderkerk. Dat is de reden dat het standbeeld van dr. Abraham Kuyper in 2008 tegenover deze kerk is geplaatst.

Aangezien Maarten ’t Hart in 1944 is geboren, heeft hij dus nooit de Noorderkerk bezocht. Deze bewering in de Canon berust dus niet op een wonderbaarlijk kerkbezoek van de jonge Maarten, maar op een menselijke verschrijving. Overigens kwam hij ook vrijwel nooit in de Rehobothkerk, waar zijn moeder kerkte; zijn moeder behoorde van huis uit tot de Dolerenden. Maarten ging met zijn vader mee naar de Zuiderkerk, het bolwerk van de A-richting.

Bekend is, uit de boeken van Maarten ’t Hart, dat hij dolgraag naar het orgel in de Groote Kerk luisterde. Probleem was echter dat deze kerk van de hervormden was. In zijn tijd was deze kerk dus ‘verboden gebied’ voor een gereformeerde jongen. Tot zijn grote verdriet. De Zuiderkerk is in het begin van de jaren zestig afgebroken. En Maarten? Die vertrok uit Maassluis en brak met het geloof. Maar in zijn boeken keert hij steeds weer terug naar zijn geboortestad Maassluis en naar het gereformeerde leven.

Heeft u pech en het boek van de Canon niet kunnen bemachtigen omdat u geen lid was van de Historische Vereniging Maassluis? Hier vindt u de meeste verhalen ook: www.canonvanmaassluis.nl

Columns

Geplaatst op 8 april 2024

Monstersleeptocht in 1908

Geplaatst op 1 maart 2024

Bioscoop Luxor

Geplaatst op 30 januari 2024

De Maassluise jaren van Abraham Kuyper

Columns archief...

Maassluis  |  Geplaatst op 10 juli 2018

Column

De kerkgang van Maarten ’t Hart

Door: Jan Schakel

De Canon van Maassluis is in korte tijd een standaardwerk geworden over de geschiedenis van Maassluis. Het boek is exclusief voor leden van de Historische Vereniging Maassluis, die het als jubileumgeschenk dit jaar op kunnen halen bij de vereniging. Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee het boek is samengesteld, is er toch een foutje ingeslopen. Het betreft de kerkgang van de jonge Maarten ’t Hart, in hoofdstuk 24, de twee Maartens. Hierna doen we uit de doeken hoe het werkelijk zat.

Maartens ouders waren gereformeerd en zijn vader kerkte in de Zuiderkerk, zijn moeder kerkte (tot 1943) in de Noorderkerk. Waarom twee verschillende kerken? In 1834 vond er een ‘Afscheiding’ plaats van de Nederlandse Hervormde Kerk. De Afgescheidenen in Maassluis verlieten de Groote Kerk en bouwden de Groeneveldskerk aan de Sluispolderkade.
In 1886 vond er opnieuw een kerkscheuring plaats. Onder leiding van dr. Abraham Kuyper stapten de ‘Dolerenden’ uit de Nederlandse Hervormde Kerk. Zij bouwden een ‘Nieuwe Kerk’ aan de Korte Boonestraat. In 1892 gingen de beide bewegingen landelijk samen als de Gereformeerde Kerken. In Maassluis duurde het tot 1924 voor beide kerken werkelijk samengingen. De Groeneveldskerk werd Zuiderkerk, de Nieuwe Kerk werd Noorderkerk. Toch bleven ze elk hun eigen signatuur houden; de Zuiderkerk was van de A-richting (ex-Afgescheidenen), de Noorderkerk was van de B-richting (ex-Dolerenden).

In 1943 verwoestte een bombardement de Noorderkerk. De gereformeerden van de B-richting vonden onderdak in een pakhuis aan het eind van de Noordvliet, tegenover de Baansloot. Zij noemden de tijdelijke kerk ‘Rehoboth’, een oud Hebreeuws woord dat betekent: hier heeft God een plaats voor ons gemaakt. In 1954 kwam de Immanuelkerk gereed. Deze nieuwe kerk van de ‘B-richting’ (ex-Dolerenden) stond ongeveer op de plaats van de verwoeste Noorderkerk. Dat is de reden dat het standbeeld van dr. Abraham Kuyper in 2008 tegenover deze kerk is geplaatst.

Aangezien Maarten ’t Hart in 1944 is geboren, heeft hij dus nooit de Noorderkerk bezocht. Deze bewering in de Canon berust dus niet op een wonderbaarlijk kerkbezoek van de jonge Maarten, maar op een menselijke verschrijving. Overigens kwam hij ook vrijwel nooit in de Rehobothkerk, waar zijn moeder kerkte; zijn moeder behoorde van huis uit tot de Dolerenden. Maarten ging met zijn vader mee naar de Zuiderkerk, het bolwerk van de A-richting.

Bekend is, uit de boeken van Maarten ’t Hart, dat hij dolgraag naar het orgel in de Groote Kerk luisterde. Probleem was echter dat deze kerk van de hervormden was. In zijn tijd was deze kerk dus ‘verboden gebied’ voor een gereformeerde jongen. Tot zijn grote verdriet. De Zuiderkerk is in het begin van de jaren zestig afgebroken. En Maarten? Die vertrok uit Maassluis en brak met het geloof. Maar in zijn boeken keert hij steeds weer terug naar zijn geboortestad Maassluis en naar het gereformeerde leven.

Heeft u pech en het boek van de Canon niet kunnen bemachtigen omdat u geen lid was van de Historische Vereniging Maassluis? Hier vindt u de meeste verhalen ook: www.canonvanmaassluis.nl